Day: 21 april 2010

Spring, zweef en aai de vissen

Plotseling ben ik klaarwakker. Ik bruis van de energie. Te zien aan het licht buiten is het nog erg vroeg, maar slapen gaat echt niet meer. Ik gooi het dekbed van me af en spring mijn bed uit. In één beweging trek ik de gordijnen open. Het raam zet ik wagenwijd open en… klim naar buiten, het dak op.

Ik sta in mijn pyjama op het dak van mijn ouderlijk huis. Iedereen slaapt nog, maar de eerste zonnestralen schijnen op mijn gezicht. De straten zijn leeg en het is helemaal stil. Zelfs de vogels zingen nog niet. Ik sta daar op de nok van het dak en haal diep adem. De geur van zoete kersenbloesem en de koele geur van water vullen mijn neus.

En dan spreid ik mijn armen als vleugels en spring van het dak. Vrij! Ik zweef over de tuinen en scheer over de bomen. Als een zeemeeuw vlieg ik moeiteloos op de wind. Als ik naar beneden wil duw ik mijn armen licht naar achteren. Als ik omhoog wil spreid ik mijn armen en benen zodat de wind me weer oppakt.

Ik klim nu hoger en hoger. Cirkel boven de buurt waar ik ben opgegroeid. Het huis van mijn ouders wordt steeds kleiner. In de verte zie ik een groot meer glinsteren. Het meer trekt me en ik laat me er door de wind naartoe voeren. Ik vlieg steeds sneller, en sneller. Mijn pyama klappert in de wind. Ik heb het meer intussen bereikt en vlieg met grote snelheid over het water. Steeds sneller en steeds lager, en lager, tot ik met mijn vingertoppen het rimpelloze wateroppervlak kan aanraken.

Met mijn armen naar voren duik ik in het meer en vlieg in een rechte lijn door onder water. Dieper en dieper tot ik op enkele meters vanaf de bodem zwem. Langzaam kom ik tot stilstand en kijk rustig om me heen. Het is ontzettend helder en ik kan gewoon adem halen! Met soepele slagen zwem ik tussen de begroeiing op de bodem van het meer.

Er groeien alleen maar lange groene slierten die langzaam heen en weer wiegen. Ertussen zwemmen honderden zilverwitte vissen zo groot als mijn hand, ik weet niet wat voor soort. Hun schubben schitteren in de stralen zonlicht die de bodem weten te bereiken. Ik kan ze aanraken en ze laten zich aaien.

Als altijd word ik uitgeslapen en fris wakker. Wat een heldere, intense droom. Vroeger droomde ik dit heel vaak. Het begon altijd bij mijn ouderlijk huis. Heel af en toe komen bepaalde elementen uit de droom terug in andere dromen. Soms, als ik ren in mijn dromen dan merk ik dat ik heel ver kan springen, tientallen meters, alsof ik op de maan loop en ik droom nog dikwijls dat het me erg goed uitkomt dat ik onder water kan ademen. Het zal vast wel iets betekenen. Kom maar op met jullie analyses.

Powered by ScribeFire.