bloggen

en toch, ik blog

Eigenlijk kost het teveel tijd. Tijd die ik niet heb. Maar het is wel een fijne hobby. “Uit blognood klad ik verwoede noten op mijn blok” was ooit de ondertitel van mijn blog. Het klopt nog steeds, want ik móet gewoon af en toe even bloggen. Gewoon even lekker mopperen, oreren, pronken of filosoferen. Vurig hopend op lof, en anders maar kritiek. Ik kwispel sowieso.

Ik ben een orgeldraaier op een plein vol met andere orgeldraaiers. Allemaal op hun eigen vaste stekkie. Al wat je hoort is een bonte kakofonie. Maar hier en daar springt er altijd iets uit. Iets waar ik blij van wordt. Of iets dat me ontroert. Dan zet ik mijn orgeltje uit en laat ik me even meevoeren op de noten van een ander.

Schrijven doet bovendien beklijven. Al bloggende ordent mijn hoofd zich. Het verwoorden van gedachten, ook al zijn het spinsels, heeft een heilzame werking op me. Humeuren klaren ervan op. Innerlijke stormen worden kalm.

Maar waarom denk ik dan toch zo vaak dat ik ermee zou moeten stoppen? De laatste tijd ontbreekt me eenvoudig de lust. Mijn blognood is uitgeblust. Natuurlijk heb ik dat vaker, maar dat is meestal in de periode dat ik eigenlijk winterslaap zou moeten houden. Het is verdorie nog hartje zomer, maar maak dat al die boleten die nu al in het bos staan maar eens wijs.

En eigenlijk kost mijn hobby (of is het toch een obsessie?) wel veel tijd. Niet zelden zit ik tot in de late uren te rammelen op de knoppen. Wetende dat ik er beter aan doe te gaan slapen. Wetende dat ik er morgen echt weer vroeg uit moet. Wetende dat het stukje echt niet per se vanavond nog af moet. Ik weet dat allemaal heel goed, en toch…

Hoe te bloggen (of niet)

Er is me een nieuw soort trendje opgevallen in de blog-o-sphere (kan iemand me vertellen wie dat stomme woord heeft bedacht, dan was ik hem even zijn oren): het doorhalen. Heel interessant. Het heeft zo te zien de volgende functie: iets zeggen, maar daar maar half achter staan. Je veroorlooft je daarmee dus iets te zeggen dat je niet (echt) meent of niet letterlijk zo bedoelt, dus haal je het en plein public door.

Eigenlijk geef je in het openbaar dan toe dat de doorgehaalde tekst een onbetrouwbare uiting van je is. Het huidige regeerakkoord zou dus grotendeels doorgehaald moeten zijn. Oeps! Wat zeg ik nu toch weer, gelukkig kan ik het doorstrepen! Doorstrepen is de blogger-manier voor het quasi-beschaamd je hand voor je mond houden bij een welgemeende ontdeugende uitspraak.

Dat is althans mijn analyse. Dus ik geloof dat ik het snap. Maar ik begrijp het alleen niet. Waarom zou je iets willen overbrengen waar je niet geheel achter staat? Bloggen bestaat uit schrijven en schrappen. Dat doorhalen is, als je het mij vraagt, ofwel een verkapte vorm van valse bescheidenheid ofwel een uiting van onzekerheid. Daarom is mijn bescheiden mening en advies: Doorhalen is voor sukkels, doe het niet!Doorhalen is te gék! Het voegt écht iets toe aan je blog!

Update: Naar het schijnt, leef ik onder een rots. Dat heb je ook met al die zwerfkeien hier in Drenthe. Dat doorhalen blijkt in de blog-o-sphere (ooit in de blog-oertijd door een Amerikaan bedacht) al jaren in gebruik te zijn. Ik ben een trage trendspotter, zo blijkt. Ik stel mijn mening dan een beetje bij: doorhalen is zooooo 1995!Doorhalen is heel hip! Doe het ook!

Mededelingen

Dankzij sociale media (een blog-platform zoals WordPress is zo’n medium, maar we denken vooral aan Facebook en Twitter bij het horen van die term) is het erg makkelijk geworden om dingen met de wereld te delen. En met dingen bedoel ik voor het gemak maar even vanalles. En omdat er miljoenen mensen heel actief vanalles met de wereld delen, zit daar een heel groot stuk overlap in. Je kunt er eigenlijk altijd wel van uit gaan dat een ding dat jij wilt delen al gedeeltelijk of geheel is gedeeld door iemand anders. Misschien niet letterlijk in jouw bewoordingen, maar wel met dezelfde strekking.

Is dat erg? Nee, dat is niet erg. Herhaling is juist de kracht van sociale media. Als iets heel belangrijk is, dan wordt het heel erg veelvuldig gedeeld en is de kans heel groot dat jij het leest. Deze constatering is op zichzelf vast ook al veelvuldig gedeeld. Ik deel het nog maar eens mede met de wereld. Het woord “mededeling” heeft eigenlijk precies de juiste betekenis. De nadruk is alleen meer op “mede” komen te liggen.

 

Noten & Nachtmerries

Ijdel als ik ben werp ik regelmatig een blikje in de statistieken van mijn blog. De grafiek toont een bescheiden en grillig beeld. Een gezellige handvol bezoekers per dag gemiddeld. Hier en daar uitschieters richting de 100 die mij doen glunderen op de bank. 

Vandaag klikte ik in de grafiek eens door op het staafje van vandaag. Toen kreeg ik een overzichtje te zien met Google-zoekopdrachten die leidden tot een bezoek op mijn blog. Dit was er eentje van: “noten nachtmerrie“. Mijn blog wordt dan als eerste link getoond. Kijk, dat is natuurlijk heel mooi. Er was vandaag iemand die informatie zocht over de combinatie van noten en nachtmerries en kwam toen uit op mijn blog. Zoeker werd bezoeker. Altijd fijn natuurlijk.

Maar heeft die persoon dan ook gevonden wat hij of zij zocht? En wat heeft die persoon dan met die informatie gedaan? Heeft de informatie op mijn blog geleid tot het gewenste effect? Of juist niet? Daar ben ik plotseling wel heel erg in geïnteresseerd. Het kan immers heel goed zo zijn dat mijn verwoede noten die dikwijls voortkomen uit nachtmerries, dagdromen of andere hallucinatieve toestanden, diezelfde toestanden induceren in mijn lezers. Snap je?

Ik neem dan in ieder geval maar even van de gelegenheid gebruik om mijzelf te disclaimen: resultaten uit het verleden bieden geen garanties voor de toekomst. Mijn verwoede noten hebben in bepaalde gevallen mogelijkerwijs misschien geleid tot nachtmerries of andere hallucinaties, echter, ik kan niet garanderen dat dat weer gebeurt, noch kan ik exact voorspellen wanneer en in welke omstandigheden mijn noten tot nachtmerries of andere hallucinaties leiden. Dus waarschijnlijk kwam de hierboven genoemde zoeker bedrogen uit. Mijn welgemeende excuses daarvoor.

blogs zijn egosculpturen

Misschien moet ik in de titel ook nog ergens het woordje “vaak” invoegen, maar zo zie ik blogs. Mijn eigen verwoede noten zijn duidelijk pogingen om mijzelf vorm te geven. Verwoed hak ik soms op mijn graniet los. Af en toe stuit ik ook op zachtere lagen en pak ik wat fijner gereedschap. Mijn blog spiegelt facetten van mezelf af.

Bij andere bloggers zie ik hetzelfde. Ze zijn bezig met hun eigen egosculptuur. Dat is vaak een zelfontdekking, maar ook al te vaak een zelfbevlekking. En hoe dikker dat laatste erop ligt, des te meer ik me daarover verbaas. De bloggers bij wie ik graag kom lezen zijn in mijn ogen heel authentiek. Daar hou ik blijkbaar van, van eigenheid. Oneigenlijke, gekunstelde dingen stoten me af. En het is een hele kunst om niet te kunstelen. Echte kunst is ongekunsteld. Echte kunst is eigenlijk geen kunst, als je begrijpt wat ik bedoel.

Zelf hou ik een handje vol blogs bij, en ik merk heel duidelijk dat de verhalen die me veel moeite kosten om te produceren, bijna altijd nul-komma-nul reactie of bezichtigingen krijgen. Ik ben dan gewoon te krampachtig. Dan wordt het dus veel te gekunsteld. En aan de andere kant kan ik me iedere keer weer verbazen over het aantal bezichtigingen en waarderingen bij verhaaltjes waarvan ik zelf dacht van: ach, ’t is niks, maar ik plemp het maar op m’n blog. Het stuk dat je nu probeert te verteren is er ook zo eentje. Dus ik verwacht louter lof.

Bloggers zijn orgeldraaiers

Een blogger moet je vergelijken met een orgeldraaier die zijn eigen noten componeert. Hij staat met vele andere orgeldraaiers op een druk plein of in een drukke stationshal. Hij wedijvert met de andere draaiers door brute creativiteit. Hij gaat zelfs tussen de kijkers van de andere orgeldraaiers staan en geeft pedante adviezen en complimenten of maakt gevatte grapjes over de muziek van de ander. In de hoop dat het publiek denkt: “Poeh-poeh, die is leuk, laat ik eens naar zijn stekkie gaan om te horen hoe interessant hij is”.  

Die orgeldraaiers zijn stuk voor stuk ijdele bedelaars. Ontvangen waardering worden vriendelijk beantwoord met een knipoog en een grijns. Ze bewaren alle complimenten. Ze prijken op hun hoeden. Ze tellen alle kijkers en stoppen die in hun blinkende centenbakjes, om mee te rammeleuren. Op de maat van hun verwoede noten. Hoor nou toch hoe goed ik bekeken ben! 

In werkelijkheid luisteren vooral orgeldraaiers naar orgeldraaiers. Ze delen elkaars passie. Ze begrijpen en steunen elkaar. Ze moedigen elkaar aan en dagen elkaar uit. Ze tillen je zelfs weer uit je graf als je jezelf dood waant. Ze weten allemaal dat je het voor een goedgevulde centenbak niet moet doen. Van orgeldraaien wordt je niet rijk. Maar wel vrij. Orgelnoten componeren doe je vooral voor jezelf. Omdat je jezelf erin kwijt kunt. Nee, kwijt móet.   

Post content

De blogger klapte zijn laptop open waardoor het ding met een schor piepje ontwaakte uit zijn sluimertoestand. Even later toonde het de blogger zijn meest gebruikte programma: een webbrowser dat hij had uitgedost met allerlei snufjes, waaronder een blogverwerker dat nog open stond. Het toonde een nog maagdelijke blogpost. Lege titel en ook het vlak onder “post content” was nog leeg.  

Lange tijd staarde hij eerst naar het nog lege, witte vlak. Zijn vingers beroerden zachtjes het toetsbord, alsof hij het voor het eerst in zijn leven aanraakte. De toetsen beantwoordden zijn streling met een zacht maar bemoedigend geratel. Hij drukte voorzichtig de shift-toets in, alsof hij bang was dat hij aan de andere kant van het web een orkaan zou veroorzaken. Weer staarde hij naar het nog immer blanke vlak. “Post content”, dacht de blogger verdwaasd.

Het lege vlak leek groter te worden deste langer hij ernaar staarde. Daarom klapte hij zijn laptop geirriteerd, met een klap dicht. Zuchtend gooide de blogger zijn laptop in de hoek van de bank en stond op om een kop koffie te tappen. Hij trok de pot met koffiepads open en keek er in. Er zat nog precies 1 pad in. De blogger stak zijn neus even in het blik en haalde het er vol afgrijzen weer uit. De pad rook naar een vochtige, bruine, papieren zak. Desondanks legde hij het toch in de senseo en liep even later met een kop heet slootwater terug naar de bank.

De blogger nam een slokje slootwater en probeerde smakkend de smaak van koffie te zoeken in zijn mond, maar hij had net zo goed een slok afwaswater kunnen nemen. Hij pakte zijn laptop maar weer en klapte het weer open. “Post content”, dacht de blogger weer, “post content…”. Die twee woorden bleven hem maar bezig houden. Hij typte het daarom maar eens in het titelvak. In het grote vak eronder schreef hij om te beginnen maar eens:

Wees een vent en schrijf dan in godsnaam maar iets over post content!!!! 

Vaak moest hij namelijk gewoon beginnen met schrijven. Het maakt niet uit wat. Gewoon beginnen en zien wat er uit zijn vingers zou komen. Wat er nu stond was natuurlijk wanstaltig, maar hij liet het toch staan. Om zichzelf uit te dagen. Hij zette de dialoog met zichzelf maar eens op scherp: “Wat een waardeloze eerste zin! En dan die belachelijke uitroeptekens! Kun je echt niet beter vandaag!?”. Als antwoord kreeg hij alleen wat gestamel en een geërgerde zucht. 

Nijdig zette de blogger, om zichzelf te ergeren, er nog 80 uitroeptekens bij en wenste toen dat hij de tekst ouderwets en woest uit de laptop kon trekken om het te kunnen verfrommelen en in een hoek te smijten. In plaats daarvan tilde hij zijn arm op en liet zijn vinger zwaar op de backspace landen. Letter voor letter vermoordde hij dit afstotelijke kind. Een belangrijke vaardigheid voor een schrijver: je aan je eigen hoofd ontsproten creaties kunnen ombrengen. Tevreden keek hij naar het resultaat: een leeg vlak. “Wis content”, dacht hij nu triomfantelijk. 

“Post content”, stond er nog steeds in de titel. “Ach!”, dacht de blogger ineens, en sloeg zich zo hard tegen zijn hoofd dat het gonsde. “Wat een bak!”, riep hij toen uit, “maar dáár zit wel een geinig stukje in!”. En toen schreef hij het hele voorval in één ruk van zich af, om er maar vanaf te zijn. Toen hij klaar was las de blogger zijn woorden nog eens door. Niet bepaald de sterren van de hemel geschreven, maar dit kind wilde hij wel een kansje geven, dus hij postte het zonder aarzeling naar zijn blog. “Post content!”, sprak de blogger tevreden en sloeg zich lachend op zijn knie.

Internetmanieren

In een grijzend verleden blogde ik namens een grote multinational. Prominent prijken mijn autoritaire gedachten en meningen over trends in technologie nog steeds op de website. Ik was als het ware een soort bloggend boegbeeld. Ze lieten me in principe behoorlijk vrij in de thema’s waarover ik schreef en de manier waarop ik schreef. Ik moest mezelf kunnen zijn. Toch waren er wel regels. Schuttingtaal, sex en religieuze thema’s waren bijvoorbeeld taboe en er werd toch ook wel verwacht dat ik enigszins prikkelend schreef. Ik moest thought provoking zijn. Ook werd ik geacht altijd vriendelijk en beleefd terug te reageren. Dus ik moest én authentiek, én provocerend én een keurige gastheer zijn. 

Dat moest. Verleden tijd. All good things must come to an end, schreef ik heel luchtig op mijn allerlaatste bijdrage op de hierboven genoemde blog. Ik wilde eigenlijk hartgrondig vloeken, want ik had ontzettend last van opgekropte vloeknood. Maar dat mocht ik niet en vond ik zelf ook niet verstandig. Het plaatsen van een vals verhaal zou bovendien zielig zijn geweest. Mij kregen ze er dus niet onder. Ik bleef professioneel en goedgemanierd. Always the gentleman. Maar ik wilde huilen naar de maan, als een wolf.

Ook in mijn eigen blogs en alle andere sociale media waar ik verwoed gebruik van maak, hou ik in mijn achterhoofd dat alles wat ik schrijf onuitwisbaar op het internet staat. Alles wordt door de zoekmachines geindexeerd en met elkaar in verband gebracht. Wat je op het internet zet is er vaak heel lastig weer af te halen en kan zich tegen je keren. Je internetgedrag is onuitwisbaar en door iedereen te vinden. Ga daar maar van uit. Dat besef en goede internetmanieren moeten al op de basisschool worden onderwezen, vind ik. 

Goede manieren. Ik probeer ze op mijn kinderen over te brengen: doe een das om, kam je haren, spreek met twee woorden, stel je netjes voor en zeg U, u, u, u, u, u, u, u…. Ze zullen tegensputteren: maar papa luister nou, ik doe de dingen die ik doe….met mijn ogen dicht. Papa kan alleen maar hopen dat ze het later in zullen zien, net als hijzelf deed. Laat ik maar steeds het goede voorbeeld blijven geven dan en hopen dat mijn kinderen de wijze woorden van hun pa later zullen waarderen. Ze zullen altijd blijven rondzingen op het internet, dus ze kunnen het later zo op google opzoeken. 

 

 


Bloggerpijpen

Als je even naar beneden scrolt op deze pagina verschijnt als het goed is in de meest rechtse kolom, onder SYNDICATIE een waslijstje met links naar bijdragen van bloggers die ik van harte aanraad.

Dat lijstje heb ik geknutseld met behulp van Yahoo Pipes. Gewoon een kwestie van een stuk of wat feed fetchers aan elkaar knopen met behulp van een Union Operator, en deze omvormen tot een nieuwe reusachtig simpele syndicatiestroom, ofwel een RSS-feed. Tenslotte zet de Sort Module alles even netjes in chronologische volgorde. Het resultaat is een pijpje waaruit links naar bijdragen van jouw favoriete bloggers druppelen. En die kun je dan leuk op je eigen blog plaatsen met behulp van een RSS-widget.

Stukje cake toch? Kind kan de was doen. Gebruik gerust mijn source (zie onder), want die is geheel open, voor het maken van jullie eigen briljante bloggerpijpen.

De source code van mijn bloggerpijp op Yahoo Pipes