Hoe langer wij
weg zijn van elkaar
des te wegger
ik voel
dat ik van je ben
Gedicht
Duin
De handen van de wind
schiepen je naar ’t evenbeeld
van de golven
Je huid schittert wit
zonlicht en verdiept
het hemelblauw boven me
In jouw luwte laat ik mij
door de wind dan
langzaam in je opgaan
Geslepen
Tot kille taal gesmede
woorden die gloeien
in vlijmscherpe zinnen
geslepen met vuur
getemperd, in zuur
Om me te verweren
tegen dat bittere zwaard
sleep ik kalm mijn ijzers
om scherp langszij
over ’t ijs te kunnen scheren
Vleugenaar
Plotseling duikt hij
vliegensvlug opzij
Onnavolgbaar
Onvoorspelbaar
Waar jij hem verwacht
komt hij nooit!
Tergende plaaggeest,
kriebelbeest dat vliegt
dat het een naam heeft
maar beter dan vlieg
Wel beschouwd
Dat je voelt wat je begrijpt.
Dat je bedoelt wat je zegt.
Dat je wil wat je besluit.
Dat je ziet wat je gelooft.
Dat je kan wat je geeft.
Dat je droomt wat uitkomt.
Dat je leest om te blijven.
Dat je maakt dat je terug komt.
Dat je wel doet wat je ziet.
Dat je niet bedenkt wie je bent.
Ter overweging
Van overweging
komt overgewicht
Denk daarover
maar niet te licht
Nu zing jij
Ik hoop dat je de klanken vindt die niemand eerder hoorde
Ik hoop dat je een stem krijgt die nieuwe woorden zingt
Ik hoop dat je akkoorden vindt van een nieuwe orde
Ik hoop dat je mag dichten zonder te hoeven rijmen
Ik hoop dat je boven alle angsten uitgroeit, groter nog
Wat anderen van je denken is wat zíj denken, niet jij
Vroeger zong ik jou in slaap
Die tijd komt nooit terug
Nu vind jij jouw klank
Nu speel jij jouw rustige akkoorden
Nu dicht jij met nieuwe woorden
Nu. Zing. Jij.
(vrije hertaling van het begin van “Stressed out” van Twenty One Pilots)
Eigenwijs
Dat wijsje van jou
zing jij alleen
Je zwemt lekker
tegen de stroom in
Jij weet het beter
Het kan ook zo!
Jouw maniertjes
maken jou jezelf
Blijf altijd zo
heerlijk eigenwijs
Praatje met een duizendpoot
Uw humeur is naar ‘k vermoed
dus eigenlijk altijd goed?
Mijn pootjes zijn onbetwistbaar talrijk
Maar u krijgt van mij toch geen gelijk
Voor ’n verkeerd been uit bed ben ‘k niet zo bang
Het zit ‘m in de tenen. Die zijn allemaal te lang.
Fundamentele logica
Het alwetende systeem dicteert
met die rechtlijnige kristallijne structuur
van de logische gevolgtrekking
waar geen speld, ooit
tussen zal passen
Verbeten tornen wij, mensen dan
maar aan de feitelijke fundamenten
speurend naar nieuwe argumenten
om flinterdunne spelden te smeden
die in vredesnaam tóch passen