kolder

Geen humorisme

In een bizarre droom stond ik op een plein in een stad. Misschien wel in Utrecht, maar dat weet ik niet zeker. Ik was maar een toevallige passant, want ik droomde dat ik doelloos maar op mijn gemak door straatjes en steegjes struinde. Als een toerist. Tot ik dus bij het plein kwam. Het was er gezellig. Overal zaten mensen op terrasjes. Plotseling valt het helemaal stil. Iedereen kijkt naar een gezette vrouw die met een slagroomtaart in haar hand door een deur naar buiten komt lopen. En vlak voor het moment dat ze struikelt, houdt iedereen op het plein tegelijk zijn en haar adem in. Dat hoor ik. De vrouw loopt direct in mijn richting en struikelt dus. Ze probeert in evenwicht te blijven, en zwaait haar taart-arm omhoog.

Als in slow motion zie ik nu pal voor mijn neus gebeuren dat die taart recht in haar eigen gezicht vliegt. Wat een mop! Wonder boven wonder valt ze niet ook nog op haar met slagroom besmeurde snufferd. Iedereen op het plein haalt weer opgelucht adem en geeft een luid applaus. Wat een kolder! Dit is je reinste humor! En op dat moment word ik wakker en denk: goh, wat gek eigenlijk dat humoristen humor hebben, en geen humorisme. Toeristen doen immers ook aan toerisme. Maar diëtisten dan weer aan diëtiek. Daar loopt de redenatie dus mooi vast. Dat ik ook denk het Nederlands te kunnen beteugelen zo op de vroege ochtend.

Twaalf

In het dal van de Klaraalf
Onder de rook van de Kradaalf
Groeit al een eeuwtje of twaalf
Een knoestige, oeroude Pontigaalf
In haar kruin broedt de bonte Falaraalf
Op haar eieren, ’t zijn er minstens twaalf
Die vormen het lievelingskostje van de Pitaalf
Verwant aan de veel grotere Fataalf
Een wurgslang van minstens een meter of twaalf
Soorten die alleen voorkomen op Lariaalf
Een vulkanisch eiland in de Koldaraalf
Haar inboorlingen noemen zich de Maniniaalf
Zij plukken de vruchten van de Pontigaalf
En hun gezinsgrootte is altijd minstens twaalf
Wat weer te maken heeft met het dieet van de Fataalf
Het is de wil van de oppermachtige Kradaalf
Wie naar heilige overtuiging van de Maniniaalf
Hun wereld schiep in een minuutje of twaalf