communicatie

Communicatiestoornis?

Tijdens mijn rijlessen (ergens in de oertijd) hamerde mijn instructeur erop dat je in het verkeer niet duidelijk genoeg kan zijn. De auto heeft de volgende middelen om signalen aan andere weggebruikers mee te kunnen geven: knipperlichten, toeter, remlichten, achteruitrijlicht, groot licht. En natuurlijk kan met handgebaren ook het nodige worden duidelijk gemaakt. Voor een optimale werking van de handgebaren moet eerst oogcontact worden bewerkstelligd. Dat weet iedereen. Desondanks gebaren mijn handen regelmatig grote signalen van verbijstering zonder dat ik controleer of er wel oogcontact is. Stom natuurlijk.

Mijn verbijstering betreft nogal vaak het gebrek aan knipperlichtsignaal tijdens inhaalmanoeuvres. De logica achter dit gebrek aan communicatie ontgaat me. Het begrijpen van de beweegredenen om geen richting aan te geven begint de vorm van een obsessie aan te nemen. Help me! Is het een nieuwe vorm van zogenaamde coolheid? Is het peuteren in de neus belangrijker? Is het knipperlichtpookje aan het stuur defect? Is het domweg luiheid? Of gewoon argeloosheid? Persoonlijk vermoed ik sterk dat het een hardnekkige communicatiestoornis is. Ik probeer me er maar niet aan te ergeren, maar ik voel wel steeds kramp in mijn middelvinger. Mijn rijinstructeur moest eens weten.

Kattenbutler

De Rode Knor die al de hele middag lag te pitten op de keukenstoel, poten asociaal lui over de rand bungelend, glijdt daar nu lenig vanaf. Hij strekt zich uit en gaapt uitgebreid. Plotseling moet hij heel nodig zijn gat likken. En even plotseling houdt hij daarmee op en slungelt met zijn prachtige lijf op me af. Ik zit op de bank TV te kijken. Drie meter bij me vandaan, maar zo dat ik hem goed kan zien gaat hij me zitten aanstaren. Hij wil iets.

Ik negeer hem eerst maar eens even, maar na een tijdje zeg ik: “Hee Knor, wat moet je dan?”  De Rode Knor slungelt dichterbij en geeft onderweg naar mijn schoot de salontafel een intimiderende kopstoot. Ik tik op mijn knie om duidelijk te maken dat hij op mijn schoot mag springen. Hij zou dat natuurlijk sowieso gedaan hebben, of ik het nou goed vond of niet. En op schoot zet hij zijn ronkende spinmachine aan en kijkt me verheerlijkend aan. Natuurlijk heeft hij schijt aan me, maar toch voel ik me aanbeden.

Als ik mijn hand boven zijn rooie kop hou veert hij er overdreven tegen aan en smeert zijn geur aan me af. “Mmmijijijijnnn mens”, zegt hij daarmee. Ik mag hem eventjes achter zijn imposante katerwangen kroelen, maar dan springt hij gepiekeerd met een nijdige snauw van mijn schoot. Op hetzelfde plekje als zoëven gaat hij me weer zitten aanstaren. Ik moet meekomen, dat is duidelijk. Ik zucht en sta op van de bank.

Met zijn rooie staart in de lucht sjokt hij voor me uit. Af en toe kijkt hij naar me op. In de bijkeuken gaat meneer op de mat voor de tuindeur zitten en kijkt me met zijn okergele ogen aan met een blik van pure verachting, alsof hij wil zeggen: “Mot ik nou echt elke keer als ik naar buiten wil zo lang wachten?”. Maar als ik de deur open zet voor hem, blijft hij stoicijns zitten. ” Hup, toe dan!”, zeg ik. Maar de Rode Knor is in een zeikstemming. Hij brengt een bij zijn humeur passend mekkergeluid voort en draait zich dan om en sjokt naar zijn eetplek. Ik zie twee schoonlege bakjes. Wederom is een vuile blik vol minachting mijn deel: “Schandalig dat je me zo laat kreperen”. Ik gooi de bakjes braaf vol en de Rode Knor gaat, zo te zien, tevreden zitten vreten.

En even later als ik net weer zit komt ‘ie er al weer aan. Om me vanaf zijn commandopost hypnotisch te verordonneren dat, als ’t me betaamt, nu toch eindelijk eens de deur naar de tuin open te maken. Lijdzaam doe ik, de kattenbutler, wat er van me verwacht wordt. Drie maal raden wie me nog geen vijf minuten later door het keukenraam zit aan te staren… 

eenzijdig telefoongesprek

ja….ja……ja……..ja……….hmm-hmm……ja…ja,ja,ja……ja maar…jaaja….hmm-hmm……ja……hahahahaha dat doet me..wat zeg je?…..ja…….ja……ja……zeg kee…..ja…jaaaja…zeg kees…o ja….nee hoor…neeeee….ja……ja…..ja…..ja…..ja……ja…..ja…..ja…..ja……ja…..ja…..ja…..ja……ja…..ja…..ja…..ja……ja…..ja…..ja…..ja……ja…..ja…..ja…..ja…..ja…..jjjjja…juist…ja helemaal goed joh….nee hoor…nee…tuurlijk….nee hoor geen prob…wat?….ja…ja…hmm-hmm…ja…ja…zeg kees ik moe………ja……….hmm-hmm……..hmm-hmm……..hmm-hmm………ja………leuk…….nee……ja….ja ik sprak hem van de week en….ja…ja…ja……zeg kees, ik wou nog even zeggen dat…wablief?…o…ja…ja..nee begrijp ik joh…ja…..okee….ja hoor…..ja….dag kees bedankt voor je tijd, joe! hoi..dahaag kees