Kopi Knarf (deel II van het “Bokito-recept”)

Waarom worden de bewoners van tientallen huizen om onverklaarbare reden plotseling tegelijk klaarwakker? Waarom vangt Otto de Magiër een zwijn? Waarom voert Otto dit zwijn rijpe, topkwaliteit Arabica-bessen die hij zelf heeft geplukt in Guatemala? Welk noodlot is dit zwijn beschoren? Wat heeft dit met een Gorilla genaamd Bokito te maken?

~~~

Het bewuste zwijn vreet zich intussen helemaal vol aan de heerlijke, zoete koffiebessen, en is zich niet bewust van enig noodlot. Het schrokt de bessen met pit en al naar binnen. De trog gaat tot en met de laatste bes leeg. Daarna likt het zwijn de trog helemaal schoon. Teleurgesteld snuffelt het zwijn de schuur af naar meer van dat lekkers, maar vindt niets.

Buiten zakt een bloedrode zon langzaam achter de horizon. De laatste stralen komen door de kier van de deur. Het zwijn drukt zijn snuit tegen de kier en voelt dat de deur een beetje meegeeft. Meteen kruipt het beest recht achteruit tot het met zijn kont tegen de voedertrog komt. Dan zet het zich schrap en stiert met enorme vaart richting de deur. Met een enorme klap beukt het zwijn tegen de deur, dat al na de eerste klap uit een scharnier breekt. En al na de derde keer ramt het dikke zwijn dwars door de onderste helft van de schuurdeur, naar buiten.

Het zwijn schiet als een kanonskogel door Otto’s achtertuin. Alhoewel “tuin” het minst toepasselijke woord is voor het stukje land achter Otto’s huis. Het is net zo’n woekerende willekeur aan begroeiing als Otto’s eigen kapsel. Desalniettemin schiet het zwijn door die wildernis. Het zwijn beseft zich niet dat het ten dode is opgeschreven. Knarf, de gevaarlijkste huiskat van Europa (en reden dat zich in dit gebied geen wolven wagen) sluipt namelijk achter het malse zwijn aan. Het zwijn komt tot stilstand bij een doornige, wilde rozenstruik. Daar scharrelt het snuivend een beetje heen en weer, op zoek naar een doorgang.

Knarf weet dat die doorgang er niet is en zet zich schrap. Kop laag, alle zintuigen gespitst op het zwijn (hij ziet er eigenlijk twee), kont wiebelend en staart zwiepend van links naar rechts. En hij springt, dodelijk als een panter en lelijk als de nacht, op zijn prooi af. Even later dendert er een gillend zwijn door Otto’s tuin met om zijn nek een woest grommende kater. Knarf heeft zijn scheve maar krachtige kaken om de nek van het zwijn geklemd, als een pitbull. Het duurt niet lang voor het zwijn ineen zakt omdat zijn nekwervels zijn verbrijzeld.

~~~

Als Otto de deur van zijn geïmproviseerde zwijnenstal hoort versplinteren, schiet hij uit zijn stoel en rent via de achterdeur de tuin in. Hopelijk heeft het zwijn zich nog wel kunnen vol vreten, denkt hij bezorgd. Bij de schuur aangekomen ziet hij tot zijn genoegen dat de trog letterlijk schoon leeg is. Hij volgt het spoor van het zwijn. Met zijn zaklamp schijnt hij voor zich uit. En dan ziet hij het bloederige karkas van het zwijn. Vanuit de rozenstruiken klinkt een vervaarlijk gegrom. Otto ziet Knarf’s schele katteogen oplichten in de straal van zijn zaklamp. Mooi, denkt Otto, heel mooi, en hij wandelt tevreden terug naar binnen.

De volgende ochtend treft Otto zijn kater aan in zijn stoel. Het afzichtelijke beest trekt zijn scheve muil open en gaapt uitgebreid. “Gatver Knarf, je meurt ongelooflijk uit je bek”, zegt Otto, “wat heb jij nou weer gevreten?”. Knarf, ongevoelig voor dergelijke beledigingen, rekt zich uitgebreid uit en springt van de stoel. Hij sjokt naar de achterdeur en zet zijn klauw, met uitgestoken nagels tegen de laklaag van de achterdeur. Het is duidelijke taal: “doe de deur open of ik krab hem kaal”. Otto doet de deur voor Knarf open en zegt liefdevol: “Rot maar lekker op, schijtkat”

Knarf moet inderdaad ontzettend nodig schijten (het is niet anders, katten poepen niet, ze schijten). Zijn maag borrelt en bruist. Dat malse zwijn van gisteravond ligt abnormaal zwaar op zijn maag. Snel kruipt hij naar zijn vaste schijtplek onder een grote, oude spar die ondanks, of misschien juist dankzij Knarf’s uitwerpselen welig tiert. Knarf graaft een kuil en zijn gat hangt er nog maar nauwelijks boven of er schiet een hele batterij kleine keuteltjes uit. Knarf kijkt er verbaasd naar, maar graaft het dan snel, en beschaamd zoals iedere kat, dicht.

wordt vervolgd…

1 comments

Plaats een reactie