Klimaat

Ecodictator

Als ik het voor het zeggen zou krijgen, dan wist ik het wel. Schiphol ging subiet dicht en ik zou rijkelijk strooien met gratis fietsen en OV. Daarop volgt uiteraard meteen een invordering van alle voertuigen die fossiele brandstoffen verbruiken. Deze worden per decreet omgebouwd tot electrisch aangedreven voertuigen en verdeeld over het land naar rato van de locale bevolkingsgrootte, als deelauto’s. Onder mijn regime bezit niemand nog een privé-auto. Alle automobielen worden van iedereen. Daarnaast komt, met onmiddelijke ingang na mijn feestelijke inhuldiging, een landelijk verbod op alle gemotoriseerde tuingereedschappen, vooral bladblazers. Tenslotte zou ik een landelijke allerlaatste barbecue organiseren om al het huidige vee in één keer te ruimen. Aan mijn hof zou ik sowieso alleen vegetariërs toelaten. Het koningshuis maak ik tot een publieke toeristische attractie. Een glazen koningshuis. Dat levert hoge kijkcijfers op en dito reklameinkomsten die mijn staatskas lekker zullen spekken. De rijkdom van de adel en de multimiljonairs zal ik natuurlijk ook moeten afromen om al deze plannen te kunnen bekostigen. Het is dus maar goed dat ik het niet voor het zeggen heb dan. Het zou wat zijn, zo’n ecodictatuur.

Geen zorgen

In het reklameblok dat ik verdraag voordat het journaal begint, wordt mij één en al onbezorgdheid naar mijn hoofd geslingerd. Vliegreizen naar warme oorden. Blitse auto’s die iedere dag mooi maken, zelfs regenachtige. Natuurlijk wel goedkoop boodschappen doen. En iedere week kans op een miljoen natuurlijk. Ik hoef me geen zorgen te maken, lijkt de boodschap. Geen zorgen over oorlog. Geen zorgen over de almaar toenemende onverdraagzaamheid. Geen zorgen over het verdwijnen van de bijen. Geen zorgen over het afstervende koraal. Geen zorgen over de smeltende ijskappen. Geen zorgen over de hoogte van onze dijken. Geen zorgen over het woningtekort. Geen zorgen over kansongelijkheid. Geen zorgen over de kwaliteit van het onderwijs. Defensie wil een verplichte enquete om de animo onder onze jeugd voor het dienen in het leger in kaart te brengen. Maar ik hoef me natuurlijk ook geen zorgen te maken dat mijn kinderen soldaten worden.

Welgeteld

In mijn tuin tel ik de bijen, vlinders, zweefvliegen, krekels, spinnen, mezen, mussen en de vleermuizen. Ik laat alles groeien waar ze van houden. Niet dat het woekert, maar ik laat het aanrommelen. Qua tuinieren heb ik totaal geen pretenties. Ik laat me vooral leiden door de planten zelf. Wat goed gaat, gaat goed, wat dood gaat, gaat dood. Bladeren laat ik gewoon liggen. Als de bomen kaal zijn hark ik de blaren wel van het gras. Geen gelazer met zo’n stomme bladblazer dus. Eens in de zoveel tijd verspreid ik de compost dat door de nijvere bewoners van mijn wormenhotel wordt gemaakt, over stukjes van mijn tuin. Door de wormeneitjes die daarin zitten is het aantal wormen in de bodem ook toegenomen. Het gaat eigenlijk allemaal vanzelf. De natuur doet altijd zijn werk.

De natuur geeft me de hoop en troost die ik nodig had na de uitslag van de verkiezingen. De toekomst ziet er niet mooi uit nu. Daarop zouden we ons moeten richten namelijk, de toekomst. Een humane toekomst. Een groene toekomst. Een vrije toekomst. Ik hou vast aan mijn eigen overtuigingen en steun de partij achter wiens standpunten ik echt sta. Dat voel ik als mijn plicht. Mijn stem is niet verspild aan een strategische keuze. Ik heb ook geen moment gezweefd. In die vele zwevers zit eigenlijk mijn grootste bezorgdheid.

Als ik eerlijk ben, ben ik vooral geërgerd. Als je kort voordat je mag stemmen nóg niet weet op welke partij je wil stemmen, moet je je schamen. Ik geloof niet in strategisch stemmen. Dat is namelijk vooral zelfverloochening. Stem vanuit je eigen overtuiging. Lees en verdiep je. Wees kritisch. Laat je inspireren maar niet omver lullen. En neem daar de tijd voor. Die oproep is dus te laat, maar zal ik bij de volgende verkiezingen fanatiek gaan herhalen. Er moet sowieso ook meer aandacht voor komen in het onderwijs. Je eigen overtuiging vinden en vasthouden wordt steeds moeilijker in de steeds digitalere wereld waarin algoritmen en AI ons meer en meer zullen afstompen en plooien. Egocentrisme en kortzichtigheid zijn het gevolg. De uitslag van de verkiezingen weerspiegelt dat maar al te duidelijk.

Gemak versus aandacht

Lekker makkelijk hoor. Capsule in het apparaat. Beugel naar beneden, op de knop drukken en even later heb je een dampend kopje koffie met een smeuïg laagje schuim. Gemak dient de mens. Niet het klimaat natuurlijk. Daarom heb ik zo’n apparaat niet. Dat recyclen van die capsules heb ik weinig vertrouwen in. Ik heb zelf een ouderwetse koffiemolen en een espressomachientje. Een espressootje maken kost me zo’n 5 minuten. Het is een heerlijk geurend ritueel. Gemak versus aandacht.

Natuurlijk ben ik schijnheilig, met die vieze, stikstof en broeikasgas uitstotende auto van me. Jakkes. Ook een gemak dat alleen mensen dient. In het gebied waar ik woon kan ik alleen niet zonder. Een verhuizing ligt ook wel in het verschiet, maar dat ligt nu nog te ingewikkeld qua co-ouderschap. Mijn werkgever moedigt me gelukkig aan om veel thuis te werken. Daar maak ik dus dankbaar gebruik van. Wél een gemak dat zowel mens als klimaat dient.

NZP

De zeespiegel gaat rijzen, dus gaat het gemiddelde niveau van de Noordzee omhoog. Het Normaal Amsterdams Peil is op dat gemiddelde geijkt, dus zou je denken dat het met de zeespiegel mee omhoog zou moeten rijzen. Het gevolg is dan natuurlijk wel dat de toch al zo lage landen nóg lager worden. Vandaag bezwoer iemand me dat een groot deel van Nederland in circa 2125 door de Noordzee zal zijn opgeslokt, wat me tot doemdenken stemde.

Pin me niet vast op details, maar het waddengebied raken we sowieso in zijn geheel kwijt. Onze hele westkust verschuift een grove 100 kilometer naar het Oosten, dus de hele Randstad ligt in de gevarenzone. Er volgt dan ook geheid een massale trek naar het Oosten. Investeer maar alvast in vastgoed op hoge grond (minstens 50 meter boven NAP), want het wordt goud waard. Van het NAP zal niemand meer spreken. Zwolle ligt als het meezit dan aan zee, dus…

Winddichtheid

In de aanloop naar de lente wordt de winterjas te dik maar is de zomerjas nog te dun. Nu heb ik trouwens geen zomerjas. Ik heb zo’n waterdichte outdoor jas met een uitritsbaar vest. En het is niet zomaar een vest. Het is zo’n vest met hoge winddichtheid. Gemaakt van high tech materialen. Licht en toch winddicht. Een echte windstopper. In staat om die kille, onstuimige windvlagen een halt toe te roepen.

Nu vroeg ik me af, zouden die materialen van dat supervest ook iets kunnen betekenen voor flatulente types? Windstoppend ondergoed, tegen hoge winddichtheid. Ik zal wel weer te laat zijn met de patentaanvraag.

Maar een mens

Het is volgens mij altijd goed om te beseffen dat we maar een mens zijn. Wij beseffen dat we ons kunnen vergissen. Dieren hebben dat besef niet, denken we. Onze huiskat denkt bij een mislukte jacht toch niet: tjonge, heb ik me daar even in de snelheid van die muis vergist! Maar de kans is groot dat ik mij ook daarin wederom vergis. Daar hou ik bewust rekening mee omdat ik ook maar een mens ben. Ik weet niet wat er in de kop van een kat omgaat na een mislukte jachtpoging. Ik ben immers geen kattenfluisteraar, alhoewel…

Maar een mens dus. De “maar” is om te voorkomen dat ik mezelf als bovenmenselijk beschouw. Niet dat ik dat vaak doe, maar ik heb mijn momentjes van megalomanie waarbij ik de mensheid wel lijk te ontstijgen. Mijn ego is nogal bovenmaats. De “maar” houdt mijn benen dan aan de grond en zorgt voor mijn aarding.

Maar een mens. Eigenlijk past de bescheidenheid van de “maar” niet. De mensheid zet de wereld naar haar hand. De mensheid overwint de zeeën. De mensheid vliegt naar de maan. De mensheid heeft wetenschap. De mensheid heeft massavernietigingswapens. De mensheid heeft bio-industrie. De mensheid ontregelt het klimaat. En in al haar bescheidenheid gelooft de mensheid ook in oppermachtige wezens die hen stuurt en behoedt. Die mensheid toch.

Gek, we hebben het eigenlijk nooit over de virusheid, insectheid, visheid, vogelheid, reptielheid of katheid. Waaraan moet een organisme eigenlijk voldoen om heid-waardig te zijn? In staat zijn tot dit soort filosofische overpeinzingen? Zich ervan bewust zijn dat het zich kan vergissen? Ik verzin ook maar wat, want ik ben ook maar een mens.

De Zokantook

De ietwat schuchtere zokantook laat zich veelal gelden in ietwat uitdagende situaties. Een zokantook is pragmatisch van aard, en daarmee duidelijk vriendelijker dan de naverwante zomottat. De zokantook komt vaak voort uit verbazing over de per ongeluk gevonden oplossing:”O? zokantook?”. Maar ook dikwijls uit ergernis over een aangedragen oplossing uit een heel andere hoek: “Jazokantookja!”.

De bepaald niet schuchtere zomottat komt uit die andere hoek en bemoeit zich ongevraagd met de situatie: “Aan de kant! Kijk zomottat!”. De zokantook probeert de zomottat zo goed mogelijk te vermijden, en doet dat door te letten op de voorbodes van de zomottat: de twilnies en de kworgeks.

Zokantooks hebben overigens een symbiotische relatie met kziewels en kweetnies. De kziewel creëert het pragmatische klimaat waarin de zokantooks goed kunnen gedijen. Een kweetnie is voor een zokantook hetzelfde als een stuk rottend hout voor een zwam: “kweetnie hoetmoet maar kziewel”. Zolang er genoeg kweetnies zijn en niet teveel twilnies en kworgeks (hier komen immers de zomottats op af), is de zokantook in zijn element.