Jezelf op iets betrappen. Daarop betrap ik mijzelf eigenlijk ook best wel eens. Dat je ineens door hebt dat je door hebt wat je aan het doen bent. En zie op zo’n moment dan maar eens tot jezelf door te dringen om duidelijk te maken dat je tot jezelf probeert door te dringen. Ik betrap me dan eigenlijk vooral op verwarrend gebazel.
aandacht
Barst maar
Het voorjaar fluit
mij maar aan
al mijn aandacht
gaat naar de knoppen
Barst maar
Opmerkzame mensen
Het allerliefst omring ik mij
met aandachtige mensen
Mensen die nieuwsgierig zijn
naar wat de ander beweegt
Mensen die luisteren
om te begrijpen
Mensen die eerlijk zijn
over zichzelf
Mensen die opmerken
wat belangrijk is
Is het een cadeautje?
Zijn het cadeautjes? Dit vroeg de mevrouw achter de kassa mij gisteren. Ik reageerde met een “jazeker” waarin mijn tevredenheid over mijn keuzes weerklinken moest. De mevrouw trok toen twee glimmende, zwarte vellen cadeaupapier van een rol. Niet helemaal mijn idee van feestelijk, maar goed, ik liet het los. Ik keek toe hoe de vellen papier vrij argeloos om mijn artikelen werden gedrapeerd. De lat lag blijkbaar bij “wikkelen in cadeaupapier”. Misschien was het de allerlaatste rol plakband, want daar ging ze erg spaarzaam mee om. Ik rekende dan ook maar argeloos af. Mijn lat was gedaald naar “afrekenen en wegwezen”.
Vanochtend besloot ik gelijk het lelijke cadeaupapier eraf te scheuren en de cadeaus zelf mooier in te pakken. Terwijl ik dat deed dacht ik na over die vraag of het cadeautjes waren. Ik vind dat normaal gesproken een fijne vraag. In bepaalde winkels, waarvan ik weet dat ze echt werk maken van het inpakken, zeg ik ook “jazeker!” als ik iets voor mezelf koop. Ik geniet in die winkel namelijk alleen al van de manier waarop mijn cadeau wordt ingepakt. Eerst wordt met een zwierig gebaar een vel papier van een rol getrokken en gescheurd dat meestal ook nog eens precies de juiste lengte heeft. Van cadeaupapierscheuren mogen ze van mij een olympische sport maken. Ik wil wel jurylid zijn. Naast de atletiek hecht ik grote waarde aan de papierkwaliteit. Het mooist zijn de vellen die aan beide zijden mooi zijn. Met lenige, gemanicuurde handen vouwt en plakt de inpakatleet het mooie papier om mijn cadeautje. Het wordt een waar kunstwerk waarbij de kleuren van beide zijden van het vel worden benut. Ik zou het daarna nooit meer willen uitpakken.
Die beleving had ik gisteren dus duidelijk niet. Uit beleefdheid trok ik het papier er niet meteen, na het afrekenen weer af. Had ik er dan misschien iets van moeten zeggen? Zijn mijn verwachtingen te hoog? “Mevrouw, als ik u een tip mag geven…dat scheuren van die rol mag wel wat zwieriger, en experimenteer vooral ook eens met kleurrijker papier”.
Eigenzinnige liefde
In je huisje is het vol, maar toch is er veel ruimte. Speciale dingen hebben er speciale plekken die met aandacht gekozen zijn. In de boekenkast in je woonkamer staan zielsveel boeken, want je verzamelt mooie zinnen. Je omringt je met schoonheid want dat maakt je gelukkig. Je doet alles dat je belangrijk vindt met aandacht en met liefde. Iedere maaltijd, hoe klein ook, wordt mooi en met zorg op tafel gezet. Je kleedt je mooi naar iedere mooie gelegenheid. Je stopt je hele hart ergens in, of niet. Daar zit bij jou niet veel tussen. Het eerste boeket bloemen dat ik voor je mee nam, verdeelde je prachtig over twee vazen. De bloemist had er vast een andere visie bij, maar dat boeide me totaal niet. Jij boeit me. Mateloos. Je zaaide ouderwetse stokrozen tussen de voegen van je terrastegels, omdat je vader er zo van hield. Nu staan ze eigenwijs en torenhoog te pronken. Door jouw eigenzinnige liefde.
Driedimensionaal nadenken
Nadenken. Eigenlijk zegt het woord het al. Aan nadenken gaat altijd iets vooraf. Iets dat gebeurde. Ik beperk me even tot gebeurtenissen waar je zelf bij betrokken was. Misschien wel zonder dat je denken er aan te pas kwam. Van iets kleins zoals een vriendelijke groet van een dorpsgenoot op een wandeling tot iets groots zoals een klimaatverandering. Daar dan over nadenken is reflectief. Een weerspiegeling van je herinnering van wat er gebeurde. Wat gebeurde er? Waarom gebeurde het? Wat deed ík? Waarom? Welk effect had mijn gedrag? Moet ik mijn gedrag veranderen? Moet ik mijn houding ten aanzien van het gedrag van anderen veranderen?
Over dit nadenken zelf kan je dan ook weer nadenken. Dat is nadenken op een diepere laag. Voor mij hoort daar het besef bij dat gedachten in je hoofd gebeuren. Ik vraag me dan af waarom ik denk wat ik nu denk. Om het te verklaren ontrafel ik de gedachte zo ver als ik kan tot de oorsprong. Een gedachte begint in mijn eigen verbeelding als een ragfijn, glinsterend draadje dat drijft op de golven van mijn brein. Draadjes klonteren vanzelf samen tot dikkere of langere draden.
Gedachten over gedachten worden eigenlijk teveel verdrongen door wat we “de waan van de dag” noemen. In mijn hoofd drijven na verloop van tijd zoveel gedachten dat er een voelbare, opwaartse druk ontstaat. Ze drijven dan naar de oppervlakte als de waan afneemt. Bij voldoende opwaartse druk kunnen gedachten de dagwaan zelfs verdringen. Ook die gebeurtenis kan aanleiding geven tot nadenken. Dan moet alle waan wel erg ver op de achtergrond kunnen blijven. Het is nadenken over gedachten over gedachten. De gewaarwording van zo’n gedachte is dan haast niet te bevatten, maar ook dat kan.
De werkplaats in mijn hoofd
In mijn werkplaats ruikt het naar soldeertin, verf en vet. Dat moet. En naar hout, want er liggen geschaafde krullen op de vloer. De werkbank is robuust en uitgerust met een goed gesmeerde bankschroef en een boortafel.
De muur erachter is bekleed met houten platen die ooit deel uit maakten van een omheining van een bouwplaats in een stad. Er zitten nog verbleekte blauwe verfstreken uit een spuitbus op. Boven mijn werkbank zijn talloze spijkers in die platen geslagen, waaraan hamers, zagen, vijlen en andere werktuigen op hun vaste plekken voor het grijpen hangen.
Daarboven, bijna reikend tot aan het plafond, liggen drie ruime planken, elk gedragen door vier zware, gegalvaniseerde beugels. Op de planken staan vettige glazen potten, roestige blikken en rammelende bakken vol dingen die nog van pas komen. Je weet maar nooit.
Er staat een hand vol projecten in mijn werkplaats. Een stoel dat nog een laagje verf moet. Een platenspeler met doffe kap. Een lamp zonder snoer. Een vogelhuisje zonder dak. Projecten die ooit nog af moeten maar niet per se vandaag of morgen. Nu heb ik hier een oneindige voorraad morgens, maar waar het natuurlijk allemaal om draait is ontsnapping aan alle gekte en even tijd voor mezelf.
Streeploos denken
Gedeminiraliseerd water met alcohol. In de verhouding 3 op 1. Voorzichtig een enkele druppel Dreft erbij. Meer niet. Alles in een sprayflesje dat ik schud voor gebruik. Een doek geweven van de fijnste vezels dat ik hier speciaal voor kocht, benevel ik met mijn oplossing. Tegen de klok in, van buiten naar binnen, veeg ik dan, zacht, alle storende stofdeeltjes de groeven van mijn platen uit. Onder strijkend lamplicht keur ik mijn werk. Ik zie het oppervlak streeploos opdrogen. Een enkel achtergebleven stofje hier en daar bezem ik er met een zacht borsteltje nog af. Liefkozend bijna. En dan stop ik ze weer in hun veilige hoezen. Het ritueel, want dat is het eigenlijk, geeft me een fijne soort voldoening. Iets met zorg doen, is voor mij ook onderhoud van mijn geest. Ik kan weer even kraakhelder en streeploos denken.
Gemak versus aandacht
Lekker makkelijk hoor. Capsule in het apparaat. Beugel naar beneden, op de knop drukken en even later heb je een dampend kopje koffie met een smeuïg laagje schuim. Gemak dient de mens. Niet het klimaat natuurlijk. Daarom heb ik zo’n apparaat niet. Dat recyclen van die capsules heb ik weinig vertrouwen in. Ik heb zelf een ouderwetse koffiemolen en een espressomachientje. Een espressootje maken kost me zo’n 5 minuten. Het is een heerlijk geurend ritueel. Gemak versus aandacht.
Natuurlijk ben ik schijnheilig, met die vieze, stikstof en broeikasgas uitstotende auto van me. Jakkes. Ook een gemak dat alleen mensen dient. In het gebied waar ik woon kan ik alleen niet zonder. Een verhuizing ligt ook wel in het verschiet, maar dat ligt nu nog te ingewikkeld qua co-ouderschap. Mijn werkgever moedigt me gelukkig aan om veel thuis te werken. Daar maak ik dus dankbaar gebruik van. Wél een gemak dat zowel mens als klimaat dient.
In de ban van de groef
Ze rolde lang geleden uit een Duitse fabriek. Medio 1981. In die tijd high tech. Hoe wonderlijk dat het – met veel geduld en liefde – allemaal nog gewoon weer werkt. Een verhard rubber onderdeeltje fixen. Drupje olie op een asje. Hier en daar een stelschroefje minutieus draaien. Exact waterpas plaatsen, want alleen dan beweegt haar arm vanzelf en gracieus, vanuit het midden, terug naar het steuntje.
Ik liet eine neue Tonabnehmer besorgen. Nou ja, een kloon uit een Japanse fabriek, maar toch. Een nieuw naaldje van Deense makelij is daarin letterlijk in zijn element. Gedragen door de arm beweegt die nu vederlicht door de groef van het vinyl en laat een metertje of twee verderop, precies midden voor de speakers, mijn trommelvliezen verrassend prettig vibreren.
Ach, het kan allemaal vast nog veel prettiger. Het is natuurlijk nog hifi van lik-mijn-vestje. Alles op zijn tijd, zeg ik dan, tegen goed bedoelende adviseurs. Ik heb geen haast. Een hobby mag kabbelen.
