rust

Doorgedraaid

Maandagmorgen begon het
Een verontrustend geluid
Diep en ronkend
Tussendoor klonk gepruttel
En het draaide maar door
En het draaide maar door

Dinsdag brak aan
Het geronk zat nog dieper
Ergens liep duidelijk wat aan
Een metertje stond op rood
En het draaide maar door
En het draaide maar door

Woensdagochtend
Hoge druk op de ketel
Het metertje stond nog roder
Zuchtend en steunend
Draaide het maar door
Maar het toerental zakte

Op donderdag was het gedaan
Het metertje sloeg alarm
Piepend en krakend
Kwamen de raderen tot stilstand
De noodrem deed zijn werk
Anders had het doorgedraaid

De werkplaats in mijn hoofd

In mijn werkplaats ruikt het naar soldeertin, verf en vet. Dat moet. En naar hout, want er liggen geschaafde krullen op de vloer. De werkbank is robuust en uitgerust met een goed gesmeerde bankschroef en een boortafel.

De muur erachter is bekleed met houten platen die ooit deel uit maakten van een omheining van een bouwplaats in een stad. Er zitten nog verbleekte blauwe verfstreken uit een spuitbus op. Boven mijn werkbank zijn talloze spijkers in die platen geslagen, waaraan hamers, zagen, vijlen en andere werktuigen op hun vaste plekken voor het grijpen hangen.

Daarboven, bijna reikend tot aan het plafond, liggen drie ruime planken, elk gedragen door vier zware, gegalvaniseerde beugels. Op de planken staan vettige glazen potten, roestige blikken en rammelende bakken vol dingen die nog van pas komen. Je weet maar nooit.

Er staat een hand vol projecten in mijn werkplaats. Een stoel dat nog een laagje verf moet. Een platenspeler met doffe kap. Een lamp zonder snoer. Een vogelhuisje zonder dak. Projecten die ooit nog af moeten maar niet per se vandaag of morgen. Nu heb ik hier een oneindige voorraad morgens, maar waar het natuurlijk allemaal om draait is ontsnapping aan alle gekte en even tijd voor mezelf.

Niks

Het is niet dat er niks in mijn leven gebeurt. In tegendeel eigenlijk. Er gebeurt van alles. Ik voel me door het leven toegelachen en de wind staat voelbaar in mijn rug. Misschien gaat het gewoon te goed met me. Misschien schrijf ik daarom nagenoeg niks. Als ik ergens mee zit, dan zoek ik mijn troost in woorden. Uit zorgeloosheid haal ik blijkbaar geen inspiratie. Zorgen trekken me naar binnen en laten me worstelen met zware woorden. Zonder noemenswaardige zorgen is die lust om met woorden te strijden er dus niet. Mijn gedachten zijn een kalme oceaan. Ik dein op en neer op rustige golven. Er is werkelijk niks waar ik me zorgen over maak. Niks. Misschien zou ik me dáár zorgen over moeten maken.

Genieten

Veel blauwe lucht en warme zonnestralen. De lente kriebelt. En dus móet ik naar buiten. De natuur in. Lopend over geijkte paden groet ik iedereen vriendelijk. Ik ben natuurlijk niet de enige met wandeldrang. Maar ik kan de meute ontwijken via kleine paadjes die niet platgelopen worden. Ik loop in een bos vol duinen die in de ijstijd zijn gevormd. Dan zie ik rechts van me ineens een sprookjesachtig dalletje vol zacht, groen mos dat baadt in het zonlicht. Magisch natuurlijk. Die verleiding kan ik niet weerstaan. Ik verlaat mijn paadje en begeef me richting het lonkende mosbed. Ik stap voorzichtig over dorre takken. Als ik om een groepje jonge sparren heen ben gelopen sta ik plots oog in oog met een grote haas. Die zat daar zorgeloos te zonnen. Gelijk heeft ‘ie. Loom springt hij toch maar weg. Hij springt voor me uit in de richting van mijn dalletje. Ik volg dezelfde route. Over een boomstronk. Tussen een berk en een jeneverbessenstruik. En dan ben ik er. De haas is nergens meer te bekennen. Ik voel aan het zachte mos. Het is inderdaad heerlijk zacht. En bovendien droog. Dus ik plof breed grijnzend neer. Heerlijk op mijn rug met mijn handen onder mijn hoofd. Overal om me heen zingen vogels. Een hemelse plek. Ik staar omhoog naar de diepblauwe lucht. Hoog boven me trekt een vliegtuig een streep. Vol ingeblikte mensen. Ik benijd ze niet. Voor mijn part vliegen ze naar het einde van de wereld. Mij niet gezien. Dan zou ik hier vandaan moeten, wat onmogelijk is. Ik blijf hier denk ik voor altijd liggen.

Klaar met dit jaar!

Van mij mag dit jaar wel om zijn. Ik ben er namelijk wel klaar mee. Nou ja, klaar, ik bedoel niet klaar in de letterlijke zin. In tegendeel zelfs. We motte namelijk nog effe een hele verhuizing doormaken. Dat kon nog precies tussen kerst en oud&nieuw. Inpakken tijdens de kerstdagen en uitpakken op oudjaarsdag. Leuk! Op de 28e, om 8 uur s’ochtends komt de verhuiswagen. En dan gaat het, zo weet ik uit ervaring, allemaal heel erg snel. Je komt in een maalstroom waarin alles allemaal op wonderbaarlijke manier goed gaat.

We verhuizen hemelsbreed hooguit 500 meter. Van noord naar zuid. We waren namelijk klaar met die lange, donkere winters, dus trekken we een flink stuk naar het zuiden. Jazeker! De verhuizers zullen er waarschijnlijk niet meer dan een halve dag voor nodig hebben ook. Een paar keer laden en lossen en klaar zijn ze. Ja, zij wel. Wij niet. Wij zitten dan mooi bij de pakken en dozen. Zijn we dus mooi klaar mee dan.

Dus ik ben er nu alvast helemaal klaar mee. Op de valreep van het jaar ligt er nog even een enorme berg om tegenop te zien. Nou mogen de verhuizers de berg natuurlijk gaan verplaatsen, dus eigenlijk is niet echt een berg, maar een flinke heuvel. En ach, we hebben in de afgelopen weken ook al aardig wat opgeruimd en in dozen gepropt en zo, dus die heuvel is eigenlijk meer een flinke molshoop. Maar toch ben ik er al goed klaar mee. In overdrachtelijke zin dan.

Of nee, toch niet, want de overdracht moet nog plaatsvinden. Pas dan is het nieuwe huis echt van ons. Eerst liet de bank ons ontzettend lang in het ongewisse. Ik heb nachten liggen draaien. Mijn humeur werd hoe langer hoe donkerder. Op gegeven moment kreeg ik zelfs mijn eigen zwaartekrachtsveld, zo zwart zag ik. Ik dempte en absorbeerde alle zonnigheid in de omgeving. Daar was mijn vrouw dan op gegeven moment ook weer behoorlijk klaar mee.

Toen het verlossende “het is rond” kwam van de bank, ging ik dus helemaal supernova. In één oorverdovende oerknal ontlaadde ik al die opgebouwde spanning en straalde ik al die geabsorbeerde zonnestralen weer terug naar mijn geliefden. Niet alles, want ik heb nog wat energie bewaard om over die molshoop heen te klimmen. Je begrijpt dat ik blij ben als dat achter de rug is. Ik ben er alvast klaar mee.

Gelukkig kan ik ook alvast uitzien naar een verbouwing. Jottem. Ook daar ben ik al bij voorbaat klaar mee. Potverdorie, ik weet ineens wat mijn goeie voornemen voor 2013 moet zijn: niet meer zo snel klaar zijn met alles. Relaaaaaax. Meer los laten. Maar eerst nog even al mijn lieve lezers heerlijk relaxte en zorgeloze feestdagen toe wensen en dan ben ik daar ook weer mooi klaar mee. Toedeloe en tot volgend jaar.

Grote Lijnen

Denk grof
Alleen grote lijnen
Overzichtelijk
Laat de details maar
Sla alles plat
Alleen de essentie
Grote lijnen
Af op het doel
Rustige grote lijnen
Verfijning is verkleining
Vervelende verfijning
Wriemelende details
Problemen problemen
Gezeik en gezeur
Stil!
Het doet er niet toe
Zie het grote plaatje
De wereld moet plat
Simpel en eenvoudig
Kalme grote lijnen
Geen geneuzel
Geen gedoe
Mijn hemel

foto door Daphne Nankman

Bewogen door het Drentse landschap

Dwingelderveld, in mooie weekenden loopt heel Nederland daar en soms ook half Duitsland. Vandaag heb ik de natuur helemaal voor mezelf.

Ik loop zo snel mogelijk bij de weg vandaan die dit mooie gebied doorklieft. Het geraas van het verkeer stoort. Jammer genoeg draagt dat geluid nu heel ver omdat de bomen zo kaal zijn.

Het is bijna windstil en kil. De vennen zijn omringd door dorre bomen. Niets beweegt. Zo doods en zo vredig. Ik laat me erdoor bewegen. Wervelende gedachten dwarrelen rustig neer terwijl ik mijn pad volg.

Een jonge berk buigt zich over mijn pad en lijkt me aan te moedigen om dit pad te blijven volgen. Ik volg het advies. Even later breekt zelfs de zon even door. De bleke stralen worden weerkaatst door de talloze waterpoelen om me heen. Een schitterend moment dat zich niet liet pakken door de lens van mijn telefoon. Waarom zou het ook?