bloggen

blogs zijn egosculpturen

Misschien moet ik in de titel ook nog ergens het woordje “vaak” invoegen, maar zo zie ik blogs. Mijn eigen verwoede noten zijn duidelijk pogingen om mijzelf vorm te geven. Verwoed hak ik soms op mijn graniet los. Af en toe stuit ik ook op zachtere lagen en pak ik wat fijner gereedschap. Mijn blog spiegelt facetten van mezelf af.

Bij andere bloggers zie ik hetzelfde. Ze zijn bezig met hun eigen egosculptuur. Dat is vaak een zelfontdekking, maar ook al te vaak een zelfbevlekking. En hoe dikker dat laatste erop ligt, des te meer ik me daarover verbaas. De bloggers bij wie ik graag kom lezen zijn in mijn ogen heel authentiek. Daar hou ik blijkbaar van, van eigenheid. Oneigenlijke, gekunstelde dingen stoten me af. En het is een hele kunst om niet te kunstelen. Echte kunst is ongekunsteld. Echte kunst is eigenlijk geen kunst, als je begrijpt wat ik bedoel.

Zelf hou ik een handje vol blogs bij, en ik merk heel duidelijk dat de verhalen die me veel moeite kosten om te produceren, bijna altijd nul-komma-nul reactie of bezichtigingen krijgen. Ik ben dan gewoon te krampachtig. Dan wordt het dus veel te gekunsteld. En aan de andere kant kan ik me iedere keer weer verbazen over het aantal bezichtigingen en waarderingen bij verhaaltjes waarvan ik zelf dacht van: ach, ’t is niks, maar ik plemp het maar op m’n blog. Het stuk dat je nu probeert te verteren is er ook zo eentje. Dus ik verwacht louter lof.

Bloggers zijn orgeldraaiers

Een blogger moet je vergelijken met een orgeldraaier die zijn eigen noten componeert. Hij staat met vele andere orgeldraaiers op een druk plein of in een drukke stationshal. Hij wedijvert met de andere draaiers door brute creativiteit. Hij gaat zelfs tussen de kijkers van de andere orgeldraaiers staan en geeft pedante adviezen en complimenten of maakt gevatte grapjes over de muziek van de ander. In de hoop dat het publiek denkt: “Poeh-poeh, die is leuk, laat ik eens naar zijn stekkie gaan om te horen hoe interessant hij is”.  

Die orgeldraaiers zijn stuk voor stuk ijdele bedelaars. Ontvangen waardering worden vriendelijk beantwoord met een knipoog en een grijns. Ze bewaren alle complimenten. Ze prijken op hun hoeden. Ze tellen alle kijkers en stoppen die in hun blinkende centenbakjes, om mee te rammeleuren. Op de maat van hun verwoede noten. Hoor nou toch hoe goed ik bekeken ben! 

In werkelijkheid luisteren vooral orgeldraaiers naar orgeldraaiers. Ze delen elkaars passie. Ze begrijpen en steunen elkaar. Ze moedigen elkaar aan en dagen elkaar uit. Ze tillen je zelfs weer uit je graf als je jezelf dood waant. Ze weten allemaal dat je het voor een goedgevulde centenbak niet moet doen. Van orgeldraaien wordt je niet rijk. Maar wel vrij. Orgelnoten componeren doe je vooral voor jezelf. Omdat je jezelf erin kwijt kunt. Nee, kwijt móet.   

Post content

De blogger klapte zijn laptop open waardoor het ding met een schor piepje ontwaakte uit zijn sluimertoestand. Even later toonde het de blogger zijn meest gebruikte programma: een webbrowser dat hij had uitgedost met allerlei snufjes, waaronder een blogverwerker dat nog open stond. Het toonde een nog maagdelijke blogpost. Lege titel en ook het vlak onder “post content” was nog leeg.  

Lange tijd staarde hij eerst naar het nog lege, witte vlak. Zijn vingers beroerden zachtjes het toetsbord, alsof hij het voor het eerst in zijn leven aanraakte. De toetsen beantwoordden zijn streling met een zacht maar bemoedigend geratel. Hij drukte voorzichtig de shift-toets in, alsof hij bang was dat hij aan de andere kant van het web een orkaan zou veroorzaken. Weer staarde hij naar het nog immer blanke vlak. “Post content”, dacht de blogger verdwaasd.

Het lege vlak leek groter te worden deste langer hij ernaar staarde. Daarom klapte hij zijn laptop geirriteerd, met een klap dicht. Zuchtend gooide de blogger zijn laptop in de hoek van de bank en stond op om een kop koffie te tappen. Hij trok de pot met koffiepads open en keek er in. Er zat nog precies 1 pad in. De blogger stak zijn neus even in het blik en haalde het er vol afgrijzen weer uit. De pad rook naar een vochtige, bruine, papieren zak. Desondanks legde hij het toch in de senseo en liep even later met een kop heet slootwater terug naar de bank.

De blogger nam een slokje slootwater en probeerde smakkend de smaak van koffie te zoeken in zijn mond, maar hij had net zo goed een slok afwaswater kunnen nemen. Hij pakte zijn laptop maar weer en klapte het weer open. “Post content”, dacht de blogger weer, “post content…”. Die twee woorden bleven hem maar bezig houden. Hij typte het daarom maar eens in het titelvak. In het grote vak eronder schreef hij om te beginnen maar eens:

Wees een vent en schrijf dan in godsnaam maar iets over post content!!!! 

Vaak moest hij namelijk gewoon beginnen met schrijven. Het maakt niet uit wat. Gewoon beginnen en zien wat er uit zijn vingers zou komen. Wat er nu stond was natuurlijk wanstaltig, maar hij liet het toch staan. Om zichzelf uit te dagen. Hij zette de dialoog met zichzelf maar eens op scherp: “Wat een waardeloze eerste zin! En dan die belachelijke uitroeptekens! Kun je echt niet beter vandaag!?”. Als antwoord kreeg hij alleen wat gestamel en een geërgerde zucht. 

Nijdig zette de blogger, om zichzelf te ergeren, er nog 80 uitroeptekens bij en wenste toen dat hij de tekst ouderwets en woest uit de laptop kon trekken om het te kunnen verfrommelen en in een hoek te smijten. In plaats daarvan tilde hij zijn arm op en liet zijn vinger zwaar op de backspace landen. Letter voor letter vermoordde hij dit afstotelijke kind. Een belangrijke vaardigheid voor een schrijver: je aan je eigen hoofd ontsproten creaties kunnen ombrengen. Tevreden keek hij naar het resultaat: een leeg vlak. “Wis content”, dacht hij nu triomfantelijk. 

“Post content”, stond er nog steeds in de titel. “Ach!”, dacht de blogger ineens, en sloeg zich zo hard tegen zijn hoofd dat het gonsde. “Wat een bak!”, riep hij toen uit, “maar dáár zit wel een geinig stukje in!”. En toen schreef hij het hele voorval in één ruk van zich af, om er maar vanaf te zijn. Toen hij klaar was las de blogger zijn woorden nog eens door. Niet bepaald de sterren van de hemel geschreven, maar dit kind wilde hij wel een kansje geven, dus hij postte het zonder aarzeling naar zijn blog. “Post content!”, sprak de blogger tevreden en sloeg zich lachend op zijn knie.

Internetmanieren

In een grijzend verleden blogde ik namens een grote multinational. Prominent prijken mijn autoritaire gedachten en meningen over trends in technologie nog steeds op de website. Ik was als het ware een soort bloggend boegbeeld. Ze lieten me in principe behoorlijk vrij in de thema’s waarover ik schreef en de manier waarop ik schreef. Ik moest mezelf kunnen zijn. Toch waren er wel regels. Schuttingtaal, sex en religieuze thema’s waren bijvoorbeeld taboe en er werd toch ook wel verwacht dat ik enigszins prikkelend schreef. Ik moest thought provoking zijn. Ook werd ik geacht altijd vriendelijk en beleefd terug te reageren. Dus ik moest én authentiek, én provocerend én een keurige gastheer zijn. 

Dat moest. Verleden tijd. All good things must come to an end, schreef ik heel luchtig op mijn allerlaatste bijdrage op de hierboven genoemde blog. Ik wilde eigenlijk hartgrondig vloeken, want ik had ontzettend last van opgekropte vloeknood. Maar dat mocht ik niet en vond ik zelf ook niet verstandig. Het plaatsen van een vals verhaal zou bovendien zielig zijn geweest. Mij kregen ze er dus niet onder. Ik bleef professioneel en goedgemanierd. Always the gentleman. Maar ik wilde huilen naar de maan, als een wolf.

Ook in mijn eigen blogs en alle andere sociale media waar ik verwoed gebruik van maak, hou ik in mijn achterhoofd dat alles wat ik schrijf onuitwisbaar op het internet staat. Alles wordt door de zoekmachines geindexeerd en met elkaar in verband gebracht. Wat je op het internet zet is er vaak heel lastig weer af te halen en kan zich tegen je keren. Je internetgedrag is onuitwisbaar en door iedereen te vinden. Ga daar maar van uit. Dat besef en goede internetmanieren moeten al op de basisschool worden onderwezen, vind ik. 

Goede manieren. Ik probeer ze op mijn kinderen over te brengen: doe een das om, kam je haren, spreek met twee woorden, stel je netjes voor en zeg U, u, u, u, u, u, u, u…. Ze zullen tegensputteren: maar papa luister nou, ik doe de dingen die ik doe….met mijn ogen dicht. Papa kan alleen maar hopen dat ze het later in zullen zien, net als hijzelf deed. Laat ik maar steeds het goede voorbeeld blijven geven dan en hopen dat mijn kinderen de wijze woorden van hun pa later zullen waarderen. Ze zullen altijd blijven rondzingen op het internet, dus ze kunnen het later zo op google opzoeken. 

 

 


Bloggerpijpen

Als je even naar beneden scrolt op deze pagina verschijnt als het goed is in de meest rechtse kolom, onder SYNDICATIE een waslijstje met links naar bijdragen van bloggers die ik van harte aanraad.

Dat lijstje heb ik geknutseld met behulp van Yahoo Pipes. Gewoon een kwestie van een stuk of wat feed fetchers aan elkaar knopen met behulp van een Union Operator, en deze omvormen tot een nieuwe reusachtig simpele syndicatiestroom, ofwel een RSS-feed. Tenslotte zet de Sort Module alles even netjes in chronologische volgorde. Het resultaat is een pijpje waaruit links naar bijdragen van jouw favoriete bloggers druppelen. En die kun je dan leuk op je eigen blog plaatsen met behulp van een RSS-widget.

Stukje cake toch? Kind kan de was doen. Gebruik gerust mijn source (zie onder), want die is geheel open, voor het maken van jullie eigen briljante bloggerpijpen.

De source code van mijn bloggerpijp op Yahoo Pipes

Blauwe tanden

Bij blauwe tanden stel ik mij de tanden voor van Gargamel die eindelijk een mals smurfje aan het verschalken is. Om een of andere reden heeft iemand ook ooit eens bedacht dat je iets dat snoerloos met je telefoon of computer is verbonden ook met “blauwe tand” gelabeld moest worden. Dit v[blueinput demo]erhaal tik ik op een koddig klein toetsenbordje waar geen snoertje aan zit. Wel moest is er een speciale “app” voor op mijn tablet zetten en deze [blueinput demo] toestaan te wroeten in de ingewanden van mijn tablet. Ik lig er niet wakker van noch draai ik mijn hand ervoor om.

Die “app” is natuurlijk weer niet gratis, dus krijg [blueinput demo][blueinput demo]ik om de zoveel tekens te lezen dat ik hier bezig ben met een demo. En wat is een demo als er niet meer mensen van kunnen genieten? Zie nou [blueinput demo]toch eens wat een mooie lettertjes er onzichtbaar (alhoewel, soms meen [blueinput demo]ik een blauwige glinstering in de lucht te zien vanuit mijn ooghoeken) getransporteerd door de lucht die ik in en uit adem, op mijn blog verschijnen. Magisch toch? Wat mij betreft een geslaagde dem[blueinput demo]o. Ik denk dat ik maar tot aanschaf overga, of vinden jullie dat [blueinput demo] niet erg?

Waarover ook al weer?

Op een rustige snelweg, gehypnotiseerd door de flitsende witte strepen en het gonsen van de banden van je auto, komen vaak creatieve ideeën naar boven. Ik droom dan tijdens het rijden een beetje bij. Niet weg natuurlijk, maar bij, bij volledige alertheid. Ik kan het ook niet tegenhouden. Autorijden op een rustige snelweg is heel monotoon, dus dan beginnen allerlei gedachten naar boven te drijven. Aan de oppervlakte kabbelen ze prettig door mijn hoofd. Ineens drijven twee gedachten die elkaar nog nooit hadden gezien naast elkaar en vermengen zich. Er ontstaat een nieuw golfpatroon en dan ineens heb je dus zo’n aha-moment.

Dit moet ik onthouden, denk ik bij mezelf. Daar zit wel een leuke verwoede noot in, denk ik dan ook. Op zo’n moment moet ik eigenlijk de eerste de beste P in rijden en het idee ter plekke neerpennen, maar dat doe ik natuurlijk nooit. Altijd weer stel ik een veel te groot vertrouwen in mijn geheugen. Bijna altijd stel ik mezelf dan later enorm teleur. Het idee is dan al weer hopeloos opgelost in de maalstroom van alle dagelijkse beslommeringen. Hoe suf ik me ook peins, ik kan me alleen nog herinneren dat ik een briljant idee had voor een verhaal. Maar waarover ook al weer?

Nieuwe blogmachine gezocht

Mijn favoriete blogmachine is stuk. Dat is erg vervelend, want ik was er zo aan gehecht. De geestelijk vader van mijn blogmachine had besloten dat het tijd was voor vervanging. Mijn ouwe trouwe blogmachien voldeed voor mij nog prima, maar ineens stond er een nieuwe versie op mijn bureau. Automatisch opgewaardeerd, en ik moet er blij mee zijn, want deze is veel veiliger.

Er hing een kaartje aan het nieuwe blogding waarop te lezen stond dat het me waarschijnlijk wel was opgevallen dat mijn blogmachine er ineens heel anders uit zag. Om te begrijpen waarom dat zo is, moest ik maar even op de blog van de maker kijken. Dat deed ik dan maar. Aldaar moest ik maar geloven dat de opwaardering voor mijn eigen bestwil is en dat ik vooral niet in paniek moest raken.

Mijn oude blogmachine wist precies waar al mijn blogs staan op het web en kende mijn wachtwoorden van buiten. Het nieuwe geval probeerde mijn blogs wel op te halen, maar werd natuurlijk alle toegang geweigerd. En terecht. Aan dit nieuwe onding wil ik mijn blogs ook helemaal niet toevertrouwen. Het ergste is nog wel dat het nieuwe ding al mijn krabbels in één lijst heeft gezet. Ik zie niet meer welke ik al heb gepubliceerd en welke nog werken in uitvoering zijn. Slecht, heel slecht.

Je begrijpt dat ik het liefst mijn oude machientje weer terug zou krijgen, maar dat lukt dus niet, wat ik ook probeer, en ik ben toch bepaald geen digibeet. Op de blog van de maker staat wel dat ik weer kan “neerwaarderen”, maar die oude versie is ineens niet meer “compatible” met mijn bureau. Hoe is dat nu mogelijk? Ik keek nog eens goed naar mijn bureau. Het zou toch niet waar zijn? Jawel dus, ook mijn bureau bleek automatisch opgewaardeerd. Dat blijkt mijn eigen schuld te zijn, want ik had een vinkje in een hokje gezet.

Ik gebruik voor mijn blogs een bureau van het merk firefox. Daarvoor bestaat een blogmachine van het merk scribefire. Een hele mooie combinatie vond ik het. Natuurlijk heb ik geprobeerd om mijn oude bureau weer terug te krijgen. Dat lukte wel, maar mijn oude scribefire weigerde alle medewerking om zich weer op mijn bureau te laten installeren.

Kortom: ik baal. Ik voel me onthand en in de steek gelaten. Ik had graag instemming gehad in de vervanging. Ik had graag een werkende mogelijkheid tot neerwaardering gehad. Ik heb het nieuwe onding met een grote boog weer terug het web opgeslingerd met een boze melding naar de maker. Hij is een trouwe gebruiker en fan kwijt. En ik stond serieus op het punt om eens een donatie over te maken. Nou, die kan hij steken waar het licht niet schijnt.

Dit hartverscheurende verhaal rammel ik op een BlogDesk. Een nieuwe blogmachine waar ik me nu maar even mee red. Het is beter dan niks, maar ik zie nu al dat ik deze niet hou, want het kan mijn blogspot-blog niet aan. Alle tips zijn welkom vrienden.

Kom op, stug doorwinteren!

Gisteren wilde ik mijn blog weer eens in de wilgen hangen. Al mijn blogs. Weg ermee. De hele donderse pijp aan Maarten geven. Dat heb ik eens in de zoveel tijd. Allerlei redenen vliegen dan door mijn kop: geen zin meer, vind niet de voldoening die ik zoek, zou mijn tijd beter aan echt belangrijke dingen moeten besteden, mijn blog zuigt, waar doe ik het voor?

Tot nog toe ging ik toch gewoon door met bloggen. Even een tijdje mokken en broeien en dan ineens vind ik mijn blog-energie weer terug. Soms smijt ik dan zelfs weer een heel nieuwe blog op het web. Nu effe niet. De energie is ver onder peil. Ik zit in een blogdip. Deze tekst komt als stroop uit mijn vingers. Dit is een verwoede poging om mijn vingers achter mijn dip te krijgen.

Het overkomt me dus vaker en het overvalt me ook altijd. Ineens bevind ik me in een dal. Overal om me heen zie ik bomen. Idioot hoge naaldbomen met hun kruinen ver boven me en lange, kale stammen. Hoog boven mij hoor ik de wind door de takken ruisen, maar bij mij staat een vaag briesje, nauwelijks voelbaar en verstrooid door de vele stammen. Eigenlijk voel ik verder weinig. Geen kou, geen warmte. De bodem is bezaaid met dorre naaldjes. Het is er doodstil.

Het is herfst en het belooft een lange donkere winter te worden. Misschien ben ik onbewust aan het voorwinteren. De zomer wil je zo lang mogelijk vasthouden. Lente is leuk, maar we willen toch snel door naar die zomer. Voorzomeren. De herfst ontkennen we door zo lang mogelijk te nazomeren. En dan staat de winter ineens heel snel voor je deur. Onverbiddelijk. Misschien is het een oerinstinct om me nu als een gek vet te vreten en een stil plekje te zoeken waar niemand me kan vinden tot het weer voorjaar is. Helaas, geen optie. Ik heb het veel te druk met geleefd te worden. Stug doorwinteren en daarna gewoon weer opbloeien.

Powered by ScribeFire.

Bloggers zijn volhardende, idealistische sukkels

Naast mijn verwoede blog-pogingen alhier, probeer ik ook leuk en gevat te zijn op mijn Engelstalige blog #frappings. Met verwaarloosbaar succes probeer ik daar boven al het blog-gekrakeel dat op het web plaats vindt, uit te komen. In maart van dit jaar deed ik daar de gevleugelde bewering dat eigenlijk de meeste blogs een hoge gaap-factor hebben (inclusief die van mijzelf) in een verhaal getiteld “Bloggers are tenaciously idealistic fools, as they should be”.

De titel bevat heel bewust het woordje “fools”, want dat zou schijnbaar heel prikkelend moeten zijn en veel hits moeten genereren. Ik laat het werkelijke resultaat maar even in de lucht hangen. De centrale stelling van mijn verhaaltje was dat de boodschap die je wilt overbrengen in een blog post, waarschijnlijk al door vele anderen vóór jou is overgebracht (echte genieën daargelaten). Toch plaatsen wij stug onze ongetwijfeld briljante maar meestal overvloedige boodschappen op onze blogs, want bloggers zijn volhardendende idealisten. En dat lijkt mij een goeie zaak! Dankzij die volharding blijft Het Blog Springlevend, maar dat is al door vele anderen gezegd. Volhardende, idealistische sukkel die ik ook ben.