stil

Luisterstand

Mijn beroep bestaat voor het grootste deel uit luisteren. Voor een luisteraar praat ik dan wel weer vrij veel, maar dat weet ik gelukkig van mezelf. Ik probeer de nadruk te leggen op luisteren. Als ik me daar bewust toe zet, dan lukt dat. Vooraf zeg ik dan vaak: “ik ga vooral in de luisterstand”. Dus dan luister ik vooral, stel hier en daar een vraag als ik iets niet begrijp of als ik meer wil weten over iets dat anderen vertelden. Eén ding kan ik absoluut niet: vertellen en luisteren tegelijk. Eigenlijk luister ik des te beter als ik daarnaast helemaal niets anders doe. Dus ik maak ook bijna nooit aantekeningen, want dat gaat namelijk ten koste van mijn luistervermogen.

Voor mij zijn er trouwens twee vormen van luisteren: passief luisteren en actief luisteren. Als ik in de luisterstand ga, luister ik vooral actief. Passief luisteren is horen wat er om je heen wordt gezegd, buiten je actieve aandacht, maar daar wel op de één of andere manier verband mee houdt. Passief waarnemen is misschien een betere term. Misschien is het een mannending, maar ik kan dus ook slecht passief waarnemen terwijl ik actief luister. Het lukt me wel om actief vertellen te combineren met passief waarnemen. Het hangt ervan af hoeveel mensen ik om me heen heb en welke mensen zich daarvan in mijn directe blikveld bevinden, maar ik krijg veel belangrijke dingen mee terwijl ik praat. Mensen die staan te fluisteren. Mensen die glazig kijken. Mensen die “multitasken” en hun aandacht voornamelijk bij hun telefoon of laptop schijnen te hebben. Aan dat laatste maak ik me ook vaak genoeg schuldig, dus ik oordeel niet. Ik weet alleen wel dat ik zelf heel slecht kan luisteren en lezen tegelijk.

Je aandacht kan trouwens twee richtingen hebben: naar binnen en naar buiten. En beide kunnen zowel actief als passief zijn. Ik ben de laatste jaren weer meer bewust van mijn innerlijke geluid, mijn onderbuik, knagende gedachten, ergernisjes die groeien, maar ook verwonderingen die geuit willen worden. Mijn innerlijke stem laat zich beter gelden, of ik ben er beter op afgestemd, maar het zal een combinatie zijn. Mijn onderbuik heeft heel vaak gelijk. Die knagende gedachten duiden heel vaak op iets belangrijks. En die verwonderingen worden herinneringen. Dus het is belangrijk om daar ook aandacht voor te hebben.

Het is trouwens ook belangrijk om actief naar jezelf te luisteren. Dus je aandacht helemaal naar binnen te richten. Dat gebeurt vaak als ik een stuk ga lopen. Het lopen over een vaste route brengt me in zo’n reflectieve stand waarin ik actief contact krijg met mijn innerlijke stem. Die innerlijke stem heeft vaak veel te vertellen. Soms praat ik wel eens hardop terug. Bijvoorbeeld als ik vind dat ik mezelf weer loop te veroordelen, of teveel op de zaken vooruit aan het lopen ben. “Rustig nou Mark”, zeg ik dan. Waarop mijn innerlijke stem zich onmiddellijk afvraagt of ik gek geworden ben. “Loop je weer lekker in jezelf te praten, Mark?”, zeg ik zacht terwijl ik heimelijk om me heen kijk.

Het mooiste dat je kan overkomen tijdens het naar binnen keren van je aandacht, is het waarnemen van stilte. En dan bedoel ik niet dat mijn innerlijke stem stoïcijns en ijzig zwijgt (wat best gebeurt), maar dat mijn innerlijke stem stil is. Ik neem dan louter vredigheid waar. Puur geluk, zulke momenten. En er is dan ook geen innerlijk stemmetje dat zegt dat ik even een foto moet maken, want ik ga dan geheel op in het nu. Gelukkig nestelt zich de herinnering vanzelf en koppelt die aan bijvoorbeeld de overheersende geur van het moment. Wat verklaart waarom Mark er zo intens tevreden uitziet als hij vers gemalen koffiebonen ruikt.

Stil in mij

Zo’n beetje heel Dwingeloo is nog steeds verbijsterd. Hoe kon iemand die zo gezond en nog zo midden in het leven stond en nog zo hard nodig was, plotseling overlijden aan een hartaanval? Zelf kende ik de man helemaal niet, maar ik kende zijn dochtertjes, een tweeling van 7 jaar. Even oud als onze eigen tweeling. Vlak voor hun vader overleed waren ze nog op het feestje van onze tweeling. Vooral voor die twee kleine meisjes, maar ook hun moeder voel ik mee.

Mijn vrouw deed waar ik natuurlijk niet aan dacht: ze kocht drie mooie rouwkaarten. Ze had de tekst van Ren Lennie Ren van Akda en de Munnik aangepast naar Ren Meisje Ren en als gedicht bij de twee kaarten voor de tweeling gedaan. Mijn vrouw verdient een standbeeld. Ze is de liefste engel die ik ken.

Ik ging naar de kerkdienst om hen mijn medeleven en steun te betuigen. Ik gaf de weduwe een warme knuffel en zei zachtjes: “van harte gecondoleerd”. Ze beantwoordde het met een even warm “dankjewel”. De dienst maakte een hele diepe indruk op me. De kerk zat tot de nok toe gevuld met treurende mensen. Zoveel medeleven. De tweeling stak ieder en kaars aan voor hun papa in de kist. Hartverscheurend lief. En even later klonk “Ren Lennie Ren” door de luidsprekers. Nu heb ik voor altijd iets met dat lied. Het zal me nog lange tijd een brok in de keel bezorgen, ieder keer als ik het hoor.

Eigenlijk maakt de hele tragedie een diepe indruk op me. Je beseft je dat je zelf ook zomaar ineens kunt verdwijnen. Je beseft je ineens wat de betekenis is van je eigen leven. Je beseft je ineens dat je de tijd die je met elkaar hebt beter kunt koesteren dan er in grote haast aan voorbij te leven. Je beseft je ineens wat echt belangrijk is.

Na de kerkdienst keek ik naar de stille stoet die statig achter de lijkwagen aan liep. Mijn vrouw en onze tweeling liepen ook mee. Ik kon niet mee lopen omdat ik onze jongste zoon moest ophalen bij de oppas. De dienst was nogal uitgelopen vanwege de enorme opkomst, vandaar. De stoet moest van de Sint Nicolaas Kerk, langs de Brink naar de begraafplaats lopen. De zaterdagmarkt was er speciaal voor verplaatst. Ik zag de stille stoet vertrekken en keek hen na. De serene stilte en het hypnotiserende beieren van de klokken van de Siepeltoren maakten het stil in mij.

Het is zo stil in mij ik heb nergens woorden voor
Het is zo stil in mij en de wereld draait maar door

Van Dik Hout. Zo mooi. Control freak die ik ben, zet ik dit lied bij dezen op mijn eigen uitvaartlijst.