relatie

Vreemd

Bijzonder eigenlijk hoe twee mensen zo van elkaar vervreemd kunnen raken. Het is net alsof de lange periode waarin we alles behalve vreemden voor elkaar waren, niet heeft bestaan. Maar ik heb ook twijfels over die periode. In een relatie zou je elkaar toch alle nodige ruimte moeten geven om jezelf te kunnen worden en zijn? Heb ik die ruimte wel genoeg gegeven? Heb ik die ruimte zelf genoeg gekregen en gebruikt? Konden we wel echt onszelf zijn?

Ik voelde me in ieder geval steeds meer vervreemd van mezelf. Mijn leven was wat ik dácht dat het moest zijn. Ik kleurde het conformistisch roze. Spanningen schudde ik van me af. Maar soms schudde ik zo hard dat mijn hele gezin op haar grondvesten mee schudde. Onwerkelijke herinneringen. Buitenshuis en op mezelf was ik veel meer mezelf. Dus vluchtte ik vaak het huis uit om troost te zoeken bij mezelf. Een uur wandelen bracht me meestal wel weer tot mezelf. Die vervreemde versie van mezelf was dan na thuiskomst meteen weer een tijdje gedimd.  

Het woord “vreemd” vind ik trouwens ook weer zo’n woord waarvan de klank precies goed bij de betekenis past. En het rijmt van nature op ontheemd. Taal is soms zo treffend.

Familieband

Het moment van mijn geboorte staat netjes op mijn geboorteakte. Maar ik ontstond al eerder. Een week of 40 eerder, maar preciezer weet ik het niet. Op dat magische moment versmolt een deel van mijn vader zich met een deel van mijn moeder. Zoals dat al miljoenen jaren gaat.

Bij mijn geboorte veranderden twee geliefden in twee ouders. Mijn ouders gingen de opvoeding van mij en mijn zusjes aan met alle liefde die ouders voelen voor een kind. Dat weet ik zeker. Ik heb het zelf gevoeld. Ik weet nu ook dat ze zich daar onzeker in moeten hebben gevoeld, want dat heb ik zelf ook gevoeld bij mijn eigen kinderen. Eigenlijk nog steeds. Ik stel me altijd gerust met de gedachte dat de perfecte ouder niet bestaat. Ouders zijn ook maar gewoon mensen die fouten maken.

Eén van mijn eigen fouten in de manier waarop ik mijn kinderen opvoedde is dat ik ze teveel probeerde te behoeden voor fouten. Ik ben een curling parent. Dus ik kan heel moeilijk loslaten. En in alle waan van de dag en de gejaagdheid die ik daarbij voelde, had ik ook geen tijd voor potentiële fouten van de kinderen. Dus ik deed alles zoveel mogelijk zelf. Wel zo makkelijk, maar helemaal niet goed. Nu weet ik dat.

Gelukkig heb ik een hechte band met mijn kinderen. Ik heb het gevoel dat het nog hechter is geworden sinds ik ben vertrokken. Dat komt niet door mijn vertrek, maar doordat ik heb los gelaten. Ik laat ze veel vrijer dan ik voorheen deed. Ze krijgen het vóórdeel van de twijfel in plaats van het nadeel. Ik merk dat dat veel goeds doet.

De band die ik met mijn eigen ouders heb is trouwens ook aanzienlijk versterkt. Of misschien is die weer op de sterkte die het ooit had. Vooral met mijn Pa, zo noem ik hem nu, is mijn band enorm verbeterd. We hebben het verleden achter ons gelaten en willen allebei het beste maken van onze relatie. Een relatie op basis van wederzijds respect. Een relatie waarin begrip is voor elkaars fouten zonder dat het voelt als falen in de ogen van de ander.

Ik hou van mijn ouders. Een heel warm en sterk gevoel. Ze zijn er voor me. Altijd. Dat gevoel was ik een beetje kwijt, maar heb ik weer helemaal terug gevonden. Uit hun liefde ben ik ontstaan en door hun liefde ben ik groot gebracht. De kracht van de band tussen mij en mijn ouders (en mijn lieve zusjes) geeft mij zelf kracht. Kracht waaruit ik heb geput om mezelf ook weer terug te vinden.