Er is een kracht die je overeind houdt als je dreigt te vallen, die je bij elkaar houdt als je dreigt te worden verscheurd. Een kernkracht die je lijf aanspreekt als je hoofd dat niet doet. Voor als je je hoofd nu niet verliezen kan. Of je hoofd oefent de kracht zelf uit. Om erbij te blijven. Een wederzijds vetorecht voor kop en romp. Je moet blijven functioneren. Voel later maar wat je moet voelen. Angst, denk ik.
Gevoel
Donkerte
Is de donkerte hetzelfde als het donker? Misschien moet ik dezelfde vraag stellen voor het duister en de duisternis. Die laatste vind ik overigens beduidend donkerder dan donkerte. Voor mij voelt donkerte als een halfslachtige duisternis. In de duisternis zie ik in mijn verbeelding overwegend minder hand voor ogen dan in de donkerte. Duisternis voegt echt wel wat toe naast het duister. Donkerte niet. Het bekt gewoon ook niet, donkerte. Het geslacht is ook niet duidelijk. Het donkerte kan wat mij betreft ook. Ik heb niet eens voorkeur. Donkerte zelf klinkt bovendien alsof het verkeerd wordt gespeld. Alsof er letters ontbreken. Of overbodig zijn. Misschien is donkerte wel geheel overbodig. Ik bezig het zelf nooit. Lezen doe ik het wel regelmatig, en telkenmale als me dat overkomt, bevreemd het me. Ik weet niet wat ik met donkerte aan moet. Donkerte doet me hoegenaamd niets. Nee, dat is niet waar, want anders zou ik er hier niet zoveel woorden aan kwijt moeten. Wat het me doet is denk ik nog het best vergelijkbaar met wat dood bier met me doet. Donkerte is vlak, lauw en schuimt niet.
Begrip
Moet je alles altijd kunnen begrijpen? Het antwoord op die vraag ken ik natuurlijk best: nee. Het kan ook helemaal niet. Alles altijd begrijpen. Er lijkt een verschil te zitten tussen begrijpen en begrip hebben. Kan je begrip hebben zonder echt te begrijpen? Ook hier weet ik het antwoord denk ik wel: ja. Begrip en inleving lopen, bij mij althans, door elkaar. Je in de situatie van een ander kunnen verplaatsen (inleven) is het kunnen herkennen (en erkennen) van het gevoel van de ander. Daarmee kan je begrip “voelen”. Begrip breng je op, begrijpen doe je. Dat is het onderscheid. Begrijpen gaat dieper dan begrip. Bij begrijpen wil je ook weten hoe en waarom die situatie is ontstaan. Begrip beperkt zich meer tot het hier en nu. Next level begrijpen is doorgronden. Tot het naadje van de kous. Zover hoef je echt niet altijd te gaan. Ik breng dat in ieder geval allemaal niet op. Hopelijk mag ik rekenen op uw begrip.
Mijn woorden
Alles wat ik hier verwoord, en ook de manier waarop, doe ik vanuit een gevoel. Ik verwoord wat ik voel bij iets dat me overkomt, raakt, verbaast of verwondert. Dat doe ik vooral voor mezelf. Ik pel mijn gevoel bij iets dan af tot op de naakte essentie. Dat probeer ik dan te vatten in passende, zuivere woorden. Precies de juiste woorden op de juiste plek. Woorden met de juiste klank, kleur, lading en vorm. En om mijn woorden tot hun recht te laten komen, moeten punten en komma’s op precies de juiste plek staan. Het steekt vreselijk nauw. Soms is het een ware lijdensweg. Het gaat me erom dat ik het allemaal in mijn woorden vat. Woorden die mijn gevoel precies goed verwoorden. Zodat ik dat gevoel kan begrijpen en accepteren. Dat is dan ook weer helder.
Last minute vlucht
Op de dag voor oudjaarsdag boekte ik, last minute, een overnachting in een hotelletje ergens in Duitsland. Haus am See, heette het hotel. Op oudjaarsdag, rond een uur of 2 ’s middags, vertrok ik. Ik hoefde niet ver, en dat wou ik ook niet. Na een uurtje kwam ik al aan bij het hotel. Het lag inderdaad direct “am See”.
Ik weet eigenlijk niet zo goed wat me ertoe bewoog om dit te doen. Dat klopt niet helemaal. Een deel van mijn beweegredenen weet ik prima. Ik wou er gewoon even tussen uit. Ik liep al sinds november met het idee om rond de jaarwisseling niet thuis te zijn. Maar dat was eigenlijk ook meteen het voornaamste: niet thuis hoeven te zijn.
En ik wilde alleen zijn. Niemand om me heen. Geen vrolijk en gezellig uiteinde met familie en/of vrienden. Ze wisten al een tijdje dat ik al “plannen had” met oud en nieuw. Dat had ik al laten doorschemeren. Op het allerlaatste moment heb ik nog even getwijfeld, maar thuis blijven was geen optie.
Zo kwam het dat ik op oudjaarsdag, rond het einde van de middag einsam rond kuierde in en in de omgeving van het oude Hanzestadje Haselünne. Het was er erg rustig. Alle winkels waren gesloten, en de meeste restaurants ook. Tegen vijven liep ik het enige restaurantje in dat wel open was, en vroeg om een tafeltje voor één persoon. Leider waren alle tafels gereserveerd, maar ik mocht wel bij een klein tafeltje bij de ingang zitten.
Daar maakte ik dankbaar gebruik van. Ik bestelde een biertje en een pizza. Niks mis mee. De binnendruppelende gasten die hadden gereserveerd groetten mij vriendelijk en wensten me Guten Apetit. Dat kon ook niet anders, want ik zat direct bij de ingang. Al snel zat het hele restaurant vol en keek ik tijdens het eten om me heen. Allemaal mensen die het gezellig hadden met elkaar.
Toen ik de espresso op had, rekende ik af en zwierf wat door de straatjes van het stadje. Ik bedacht dat ik hier zonder mijn opwelling waarschijnlijk nooit naartoe was gegaan. Dat ik hier liep was louter toeval. Het begon een beetje te regenen, dus ik liep terug naar het hotel. In mijn kamer doodde ik de tijd met lezen en televisie kijken.
Toen het tegen twaalven liep, ging ik weer naar buiten en liep als een dief in de nacht naar een bruggetje over de Hase. Daar had ik ’s middags ook gestaan en bedacht dat ik hier mooi naar het vuurwerk kon kijken. En daar had ik gelijk in. Toen de vuurpijlen zo langzaamaan op begonnen te raken liep ik terug naar mijn hotelkamer. Halverwege moest ik plotseling lachen om mezelf. “Du bist mir einer!”, riep ik lachend. Kein Hund die me kon horen, dus…

Na een vlug ontbijtje met slappe koffie, maar verse warme Brötchen reed ik naar Sögel om daar door de tuinen van Schloss Clemenswerth te wandelen. Het kasteel zelf was natuurlijk gesloten, maar dat wist ik. Het lag er verlaten bij. In de tuinen speurde ik naar verborgen schatten (geocaches) en vond ze. Terwijl ik naar de auto terug liep klonk de bel van de kapel. Mijn auto was nu vergezeld door veel grotere Duitse vehikels waaruit bedaarde zwart geklede mensen stapten.
Mijn kleine reisje zette zich voort richting het gat “Drögen”. Ik navigeerde namelijk naar de coördinaten van een andere een schat op mijn schatkaart. Op de plek waar ik uit kwam werd ik op slag verliefd. Ik sta op een voetgangersbrug over de Hase die zich hier dramatisch door het landschap slingert. De zon wist op dat moment door het grijze wolkendek te breken en ik hoorde mezelf wederom hardop lachen. Geluksvogel die ik ben.

En dan rij ik maar weer eens rustig naar mijn kleine appartementje in Nederland terug. Als ik weer thuis ben, voel ik me voldaan. Mijn gevoel past weer tussen mijn muren. Dat was denk ik het hele eiereten. Mijn gevoel had ruimte nodig. Dus moest ik de boel even ontvluchten, zodat mijn gevoel kon luchten. En dat is prima gelukt.
Gelukkig nieuwjaar lieve lezers. Hou van jezelf en pluk het geluk. Je vind het in het nu.
Eén tel terug in de tijd
Ken je dat gevoel waarbij je heel eventjes het gevoel krijgt dat je ooit had bij een ervaring uit het verleden? Het flitst door je heen. De echo van een emotie uit je verleden. Het duurt maar heel kort. Veel te kort, want eigenlijk zou je dat gevoel even willen vasthouden om je er in om te wentelen, om de geluiden, beelden en geuren die er bij horen, op te rakelen in je geheugen.
Vanochtend had ik het weer. Ik bracht mijn kinderen naar school en ik wachtte nog even tot de schoolbel ging. De zon scheen en de kinderen speelden schoolpleinspelletjes. Ze hebben nauwelijks zorgen. Waar ze zich druk over maken is de hoeveelheid dagen die ze nog moeten aftellen tot de zomervakantie. Voor hen is dat nog een eindeloze tijd.
Terwijl ik me dat bedacht voelde ik ineens dat gevoel van toen ik zelf als jongetje op het schoolplein liep. In een flits voelde ik de zonnestralen van toen tegen mijn gezicht. Ik voelde eventjes de zwaarte van mijn benen van toen. Ik voelde weer eventjes die moedeloosheid over die eindeloze periode die ik nog door moest zien te komen voor het ein-de-luk vakantie was. Het duurde maar een tel, langer kreeg ik het niet gerekt. Eén tel terug in de tijd.