De zon gaat onder
voor ik er erg in heb
De zomer verlaat me
Er danst geen bij meer
in mijn lavendelstruik
De zomer verlaat me
De ganzen vliegen
al in V-formatie
De zomer verlaat me
Nijvere spinnen
bespannen mijn ramen
De zomer verlaat me
Eikels stuiteren
van mijn kop de straat op
De zomer verlaat me
Loeiende buren
ontbladeren hun tuinen
De zomer verlaat me
’t Bokbier springt vanzelf
in mijn winkelwagen
De zomer verlaat me
Dus rest niets anders te doen
dan drinken en hopen
Op een kort winterseizoen
acht strofen van drie regels, de derde regel bijna steeds hetzelfde , met een metrum van – + – -+ – de zomer verlaat me. Dat mag dat de derde regel een ander metrum heeft dan de twee regels voorafgaand aan de derde, dat geeft de derde regel extra nadruk en extra aandacht.
Maar hebben je twee voorgaande regel in de strofen een eenduidig metrum dat afwijkt van de de bijna steeds dezelfde derder regel’
Nee, het is een zooitje, dat mag natuurlijk maar dan mist de derde regel de extra aandacht , voor bijna alle zeven strofen. En het is simpel dat nadeel op te heffen.
De meest logische strofe qua metrum vind ik je zesde, mits al aangepast door mij.
blikjes bokbier springen
+ – + – + –
in mijn winkelwagen.
+ – + – + –
dat zijn twee nette regels met elk zes lettergrepen in de jambe: + -, drie keer jambe, drie keer klemtoon gevolgd door niet klemtoon
zo is de vierde strofe te verbeteren door.
eikels vallen zomaar
geven mij te denken
de zomer verlaat me
en de vijfde:
buren blazen hard de
bladren uit hun tuinen
de zomer verlaat me
enzovoort, opdat de inhoud de juiste aandacht krijgt die ze verdient
Bedankt voor de constructieve feedback Jan. Dit stel ik echt bijzonder op prijs. Ik zal er nog eens wat aan sleutelen op een regenachtige zondag.
‘in der Beschraenkung zeigt sich erst der Meister’ een uitspraak van Goethe in Natur und Kunst.
Dit is vaak wat ik meteen bij jou herken, dit keer niet, ik wacht rustig af. Mijn overige reacties hierboven mag je van mij weghalen.