Month: november 2020

Goeie Ex

Mijn dag begint betekenisvol. Ik word (min of meer) wakker met het inzicht dat ik ook een goede ex moet zijn. Eigenlijk was ik al wakker, maar het was nog maar 8:27 uur, terwijl ik me had voorgenomen om uit te slapen. Mijn gordijnen zijn niet lichtdicht, dus de slaapkamer was ook al veel te licht. Daarom besloot ik om eindelijk eens naar een podcast te luisteren die onlangs op TV in M werd besproken: Roel’s Sofasessies.

Roel van Velzen blijkt min of meer tegelijk met mij te zijn gescheiden vorig jaar. Ik had voorheen niets gemeenschappelijks met Roel. Ik wist dat hij bestond en dat hij aardig kan zingen. Maar nu blijken we allebei door een vergelijkbare hel te zijn gegaan. Net als ikzelf merkte Roel dat het helpt om over je scheiding te praten met anderen die vergelijkbare ervaringen hebben. Roel doet dat in zijn kennissenkring van BN-ers. Ik scrolde vanochtend door de gesprekken die hij al heeft opgenomen en pikte het gesprek met Claudia de Breij eruit: “Als je scheiding maar goed zit“.

Mijn scepsis over de podcast verdween al na enkele minuten. Het gesprek met Claudia kwam niet geregisseerd op me over. Het was echt een open gesprek. Ik ga hier niet het hele gesprek beschrijven. Luister vooral zelf. Wel moet ik even het inzicht kwijt dat het gesprek me gaf. Claudia vertelde dat haar ex in staat is gebleken om zich te verzoenen met de scheiding en later zelfs bij het tweede huwelijk van Claudia was. Gekscherend was de gezamenlijke conclusie van Roel en Claudia dus dat je een goeie ex moet kiezen. Dat betekent dus dat je een nieuwe liefde alvast beoordeelt op de potentie op het zijn van een goeie ex. Dat kan natuurlijk helemaal niet en ga je in je verliefdheid totaal aan voorbij.

Mijn inzicht kwam tijdens mijn luie zondagochtendontbijt. Gekookt eitje, beschuiten met jam, vers ontdooide boterham met hagelslag, grote kop dampende rooibosthee. En de radio aan tegen de stilte. Het gesprek van Roel en Claudia draaide nog door in mijn hoofd. Er was een nare vraag in mijn hoofd blijven hangen: Hoe goed is mijn ex? Die vraag voelde naar omdat ik me af begon te vragen of mijn ex diezelfde vraag ook zou stellen over mij. En toen viel mijn kwartje: om te kunnen beoordelen of ik mijn ex goed vind moet ik eerst kijken naar mezelf.

Een goede ex worden kost sowieso tijd. Dat ben je niet op dag 1 na de scheiding. En met scheiding bedoel ik niet de dag waarop de rechter je scheiding afhamert. Ik bedoel de dag waarop je samen met je ex het besluit neemt om te scheiden. De manier waarop die besluitvorming verloopt is ook heel bepalend voor hoe snel en hoe goed je in je nieuwe rol als ex-partner komt. Ik heb het allemaal ervaren als een orkaan die op mijn kustlijn beukte. Dus ik startte als een wrokkige, bokkige ex vol zelfmedelijden.

Intussen ben ik verder. Intussen kan ik mildheid opbrengen naar mijn ex. Bovendien begin ik langzaam los van haar te komen. Ik ben haar niets meer verschuldigd. Het lukt me steeds beter om haar te zien als de moeder van mijn kinderen. Als iemand met wie ik een goede verstandhouding zou moeten hebben, omwille van ons gedeelde ouderschap. Ik had me na de scheiding vooral gericht op het zijn van een goede vader, maar ik moet dus ook een goede ex zijn. Een mooi inzicht voor de zondagmorgen.

Pendelvader

Vader zijn is de helft van mijn identiteit. Minstens de helft. Zonder mijn kinderen voel ik me maar half mezelf. Hun ouders zijn al enkele jaren uit elkaar nu. De kinderen zijn regelmatig bij me. Er is nu genoeg ruimte in mijn huis voor ons alle vijf. En ze voelen zich ook thuis bij me. Dat merk ik aan hoe vrij ze zich voelen. En als ze er zijn voel ik me ook meer thuis in mijn huis. Ik voel me dan zelfs meer thuis in mijn eigen lichaam. Ik ben dan volop vader.

Hun moeder en ik zijn dus al een tijd niet meer samen. De afstand werd onoverbrugbaar. Ik was mezelf totaal kwijt geraakt. Wanhopig klampte ik me nog vast aan illusies, maar het luchtkasteel verging onherroepelijk in een alles verwoestende orkaan. En in in het oog van die orkaan vond ik mijn verloren gewaande zelf terug.

Nu, zo’n drie jaar verder, is mijn achterstallige zelfkennis enorm bijgespijkerd. In mijn hoofd is het helder. Mijn leven vult zich weer. De holte die ik nog voel is de ruimte die achter is gebleven na de scheiding. Gedurende je leven breng je steeds nieuwe lagen aan om je kern. Daar is een grote hap uit waardoor de binnenste kern weer bereikbaar werd. De hap is de holte. Maar gelukkig groeien er weer nieuwe, betere lagen overheen.

Als mijn kinderen bij me zijn voel ik me dus vollediger. Het liefste had ik ze altijd bij me in huis, maar ik weet dat dat niet kan. Ik weet ook niet of ik het wel wil. Ik geniet ook van de rust als ze er niet zijn. Ik zie uit naar hun komst, maar ook naar hun vertrek. Dus ik ben een pendelvader: zoals de kinderen pendelen tussen mij en hun moeder, zo pendel ik tussen emoties. En ook dat went.

Einde discussie

Zo kap ik regelmatig een gesprek af met een van mijn kinderen. Op zo’n moment erger ik me grondig aan mijn eigen onvermogen om volwassen te doen, maar kan het niet uitzetten. In zo’n “gesprek” luistert niemand, inclusief ikzelf. Dus is het ook geen gesprek. Het begint meestal met een ergernis over iets dat de ander alweer doet. Niet zelden start ik de aanklacht. Dan vraag ik of diegene er als-je-blieft mee wil ophouden. Natuurlijk heb ik altijd “sterke” argumenten. Meestal iets in de trant van: “anders gaat het kapot”. Dat gaat er natuurlijk nooit in, want het is nog steeds niet kapot ondanks al het zogenaamde schadelijke gedrag. Het leidt tot een klassieke welles-nietes-conversatie. Mijn wellesen omlijst ik met steeds meer bewijslast, maar de nietesen blijven me onverminderd om de oren vliegen. En dan ben ik het zat en blaf autoritair: “EINDE DISCUSSIE!”. Daarmee is het bepaald niet basta, want ik krijg een welverdiend: “BOEIEN!”. Het ging inderdaad weer nergens over.