Eigenlijk klopt er niets van koeien. We spreken toch immers ook niet van gnoeien? Waarom staan onze weiden niet gewoon vol koes? Koeien klopt niet. Ja, tenzij we er één koei van maken. Kiest u maar. Mij boeit het niet, zolang we maar consequent zijn. We zouden ook nog kunnen onderzoeken of we alle enkelvoudige zelfstandige naamwoorden die eindigen op een i van die i zouden kunnen ontdoen. Dan volgen we het model van de vlo. Geen “haai” meer, maar “ha” dus. Inderdaad een heel gedoe, maar als we koeien per se willen behouden, moeten we alle opties overwegen. Eventjes dacht ik dat ik de oplossing had gevonden door “koe” maar helemaal af te schaffen. Er is immers nog het synoniem “rund”. Maar helaas pindakaas, dan zijn we terug bij af met runderen. Weg was mijn ei van Columbus. En pardoes struikel ik mentaal over eieren. Ik hang mijn rode pen maar in de wilgen.
Interessante gedachte. In mijn dialect spreken we nog van een koei. Ik denk dat ik het etymologisch woordenboek er eens bijhaal.
Alle hulp is welkom Ingrid! 🙂
Net nagelezen, het woordenboek is te vinden op internet. Maar je bericht zou niet zo leuk geweest zijn als je praktisch was tewerk gegaan.
Eigenlijk vind ik het juist prachtig dat onze taal zo lekker vol kronkels zit. Ik ga de etymologie van koeien beslist eens uitpluizen.
erg leuk!
Een koe is een vrouwtjesbeest. Kan bijvoorbeeld ook een vrouwtjes olifant zijn. Zelf ben ik voor koei, dat lost veel op. Loei veranderen in loe lijk me niets. Moei moet dan ook.
Zelf vind ik het raar dat we het over leeuwinnen hebben en niet over zeeuwinnen of meeuwinnen. Taal is blijkbaar niet consequent te krijgen.
“het slorpen der Koeijen, welker breede muil daarvoor bijzonder geschikt is” .Heeft het olifantmannetje dan nooit dorst?
Taal is niet te temmen. Dat is me al langer duidelijk. Maar de verwondering daarover steekt regelmatig even de kop op.