Month: oktober 2020

Bikkelen en smikkelen

Vandaag heb ik met eigen handen een bescheiden stukje van mijn tuin bestraat. Met grijze klinkertjes. Ik had dat nog nooit gedaan dus ik dacht dat ik het dus waarschijnlijk wel kon. Na het bekijken van wat instructiefilmpjes op youtube, maakt ik een boodschappenlijstje voor de lokale doe-het-zelf-zaak: lange waterpas, rubberen hamer, kniebeschermers, lat, touw.

Mijn straat is gloedjenieuw. De tuinen van mijn buren zijn nog net zo kaal als die van mij. Mijn buurvrouw besloot zowat haar hele tuin te bestraten, en had nog een lading klinkers over. Meer dan genoeg voor mijn kleine terrasje. Dus die kruide ik in twaalf keer lopen of zo naar mijn achtertuin. Het was beter geweest als ik dat in twintig keer had gedaan. Zou een hoop spierpijn hebben gescheeld.

Het begin was het lastigst. Ik stampte het zand aan. Meette en zweette. Rekende en tekende. De contouren in het zand. Daarlangs legde ik wat betonbanden. Terwijl ik bezig was kwam de buurman van de andere kant eens bij me buurten. Die was zelf ook lekker aan het klussen. Hij is zo’n handige beroepsklusjesman die alles kan. En bovendien heel behulpzaam. Hij vleide met de waterpas even vlot mijn zandbedje zodat ik de klinkertjes er alleen nog maar in hoefde te leggen.

Daarna ging het van een leien dakje. In no time lag mijn terrasje erin. Op het eind moest ik nog wel even kwaad worden op een klinker die niet mee wou doen. Ik kwam niet helemaal goed uit en kwam 2 millimeter te kort. Rammen met de rubberen hamer om twee meter beton 2 mm naar rechts te krijgen bood geen soelaas. Shit. Die laatste rij moest er dus weer helemaal uit en er nu van links naar rechts in. Het betonbandje rechts kon ik nog 2 mm dichter op de schuttingpaal krijgen. Toen paste het.

Ik hurkte neer om mijn nijvere werk trots te overzien. Retestrak (zie plaatje). Voldoening. Nog even zand erover bezemen, en Mark is uitgebikkeld. Mijn hersenen ontvangen nu diverse klachten vanuit het gehele lichaam. rugspieren, buikspieren, bovenarmen, handen. Die had ik maar even genegeerd. Mijn conclusie is dat stratenmakers bikkels moeten zijn. Topatleten zelfs.

Hete douche. Koffie. Neerploffen op de bank. Studio Sport kijken. Spannende 3000 meter schaatsen van de dames. Ronde van Spanje. En natuurlijk eet ik zuurkoolstamppot. Het stampen ging nog net. Het koude glas bokbier dat ik daar bij schonk, smaakte lekkerder dan ooit. Bikkelen doet smikkelen.

Snelpraat

Vergeleken met mijn dochter praat ik dus in slow motion. Het aantal woorden per seconde ligt bij mijn dochter een factor 4 tot 6 hoger dan bij mij. Het is me opgevallen dat meiden in dezelfde leeftijd sowieso een ontzettend hoog spreektempo hebben. Mijn “steekproef” bestaat uit mijn dochter, een nichtje van dezelfde leeftijd en wat ik verder langs hoor komen babbelen op straat, in de winkel en op televisie. Ik ken op zich ook mannen met een hoog spreektempo, maar aan de meiden kunnen die niet tippen.

Ik merk dat het me moeite kost om de snelpraat van mijn allerliefste dochter te volgen. Ik knik zo goed mogelijk op haar ritme mee, maar we raken binnen luttele seconden uit fase. De woorden komen zo snel uit haar mond dat ze in mijn beleving beginnen te overlappen. Ik ben nog bezig met de verwerking van een woord terwijl zij al halverwege het volgende woord is.

Zo vroeg ze laatst: pabbamahikuhghoeghje? Voor ik er erg in had dat ze iets tegen me zei, was het al over haar lippen gegaan. In een fractie van een seconde. Ik zweer het je. Ik meende een opgaande toon te horen aan het einde, dus ik nam aan dat het een vraag was. Haar verwachtingsvolle blik was ook een duidelijke aanwijzing. Aan mijn wazige blik was blijkbaar duidelijk af te lezen dat ik het totaal niet had verstaan, dus ze zei in slow motion: “Papaaaah? Màààg ìììkkk uhnnn koeoeoekkkjuh?”

Ik plaag haar er natuurlijk regelmatig mee. Dan zeg ik dat ze zo snel praat dat haar eigen mond het niet eens kan bijhouden. “Je mondje is nog bezig met het afmaken van het ene woord, maar moet al beginnen aan het volgende woord. Je hebt vast spierpijn in je kaken vanavond!”. Ik word dan altijd beloond met de mooiste frons die ik ken.

Waarom praten meisjes uit mijn referentiegroep (pubermeiden van 13 jaar en ouder) eigenlijk zo snel? Of luister ik gewoon te langzaam? Als je dat aan die meisjes vraagt zal dat natuurlijk in zeer hoog tempo resoluut worden bevestigd. Maar misschien willen ze gewoon de kans maximaliseren dat alle woorden gezegd kunnen worden. Misschien is dat hun manier om om te gaan met het feit dat vaders en andere slome figuren ze steeds onderbreken. Het leven is natuurlijk ook veel te kort om alles te zeggen, dus zeggen ze alles maar heel erg snel. Voordat het niet meer kan. Duh!