Kinderen vouwen

Mijn jongens zijn ineens fanatieke vliegtuigvouwers. Voor elk vouwde ik een heel stoer stuntvliegtuigje dat ik al sinds mijn jeugd vouw. Een grote neef die zelden op bezoek kwam vouwde er ooit eens eentje voor me. Hij liet waar al mijn vriendjes bij waren zien hoe ik hem moest gooien. Door zijn speciale vorm maakt het prachtige loopings. Ik was de koning te rijk. Het was het stoerste vliegtuigje van de straat, en hij was van mij.

Toen ik vroeg of ik ook kon leren om zo’n vliegtuig te vouwen, antwoordde mijn neef dat ik het mezelf kon leren door goed te kijken hoe het vliegtuigje in elkaar zit. Ik smeekte of hij alsjeblieft een reserve-vliegtuigje voor me wilde vouwen. Maar dat deed hij niet. Ik kon het best, zei hij. Ik stond voor een groot dilemma. Stel nou dat ik het níet kon. Ik moest het stoerste vliegtuigje van de buurt opofferen om er achter te komen of ik er zelf eentje kon maken.

Aanvankelijk stelde ik het een tijdje uit. Het vliegtuigje zette ik op een speciaal daarvoor vrij gemaakt plekje in mijn speelgoedkast. Het was zowat mijn kostbaarste bezit. Ik speelde er alleen heel voorzichtig mee, want ik was veel te bang dat hij zou scheuren. Maar zo had ik er eigenlijk helemaal geen lol van. Dus op een dag besloot ik om te proberen er zelf ook eentje te vouwen.

Met chirurgische precisie ontleedde ik het tuigje dat mijn neef voor me had gevouwen. Het bleek te bestaan uit twee in elkaar geschoven delen: de vleugel en de staart. Ik vouwde ze helemaal open tot ik een vierkant stuk en een smal rechthoekig stuk had. De lange kant van het rechthoekige stuk paste precies tegen het vierkante stuk. Het was gemaakt van een enkel vel briefpapier. Ik had het bouwschema ontrafeld, en het zag er eigenlijk helemaal niet zo ingewikkeld uit.

Mijn eerste zelfgevouwen exemplaar deed het wel, maar maakte grillige vluchten. Het vliegtuigje dat mijn neef had gevouwen vloog loepzuivere lussen. Mijn eigen tuigje zag er ook veel minder strak uit. Ik moest vast veel netter vouwen. Over mijn tweede vliegtuigje deed ik haast wel een half uur. Met het puntje van mijn tong uit mijn mondhoek – nog steeds een teken van opperste concentratie in mijn geval – legde ik elke papierpunt precies goed en maakte ik de vouwen superstrak. Het resultaat was verbluffend. Ik zag meteen dat deze perfect zou vliegen. En hoe!

Mijn eigen jongens waren ook de koning te rijk met het vliegtuigje dat ik voor ze had gevouwen. Ik vouwde het waar ze bij zaten en zei dat ze goed moesten kijken hoe ik het deed. Nu ben ik natuurlijk hun vader en niet, zoals mijn neef, zelden hier om nieuwe vliegtuigjes te vouwen, dus mijn jongens pakten het veel minder dramatisch aan als ik. Ladingen A4-tjes werden er verbruikt in de hoop dat het volgende baksel wel perfect zou vliegen. Intussen ligt hier nu een hele vloot papieren stuntvliegertjes die het allemaal nog lang niet zo goed doen als die van mij. Ieder vliegtuigje wordt vol trots ter keuring aan mij getoond. Ik wijs ze dan op de slordigheidjes zeg steeds dat ‘ie echt wel goed zal vliegen als ze heel precies vouwen. Natuurlijk vind ik ze stuk voor stuk de schitterendste vliegtuigjes die ik maar kan bedenken.

Opvoeding lijkt soms eigenlijk net vliegtuigjes vouwen. Slordig gevouwen kinderen vliegen elkaar en hun ouders vaker in de haren. Een slordige vouw ontstaat als je tegen de vezels van je kind in wrijft, of als je spontane vouwen niet goed begeleidt. En soms moet een koppige ouwe vader zich ook wel eens door zijn kinderen laten bijvouwen naar een betere vorm. Heel moeilijk hoor dat laatste, heel erg moeilijk.

3 comments

  1. Leuk verhaal 🙂
    Zo ging het vroeger ook wel met mij en mijn grote zus, zij had geleerd iets te knutselen en ik bewonderde dat ontzettend, en zij besloot dan dat ik het ook maar moest leren. Of ik bleef bijvoorbeeld zeuren tot ze me letters leerde schrijven… Ik denk dat een kind veel voordeel heeft van een grote broer of zus die je uitdaagt dingen te leren, ze leerde me bijvoorbeeld uit mijn bedje met tralies te klimmen! nuttig toch? 😉

    1. Dankjewel. 🙂 Ik heb zelf twee jongere zusjes die altijd het nadeel hadden dat ze op school door docenten die ik ook had gehad altijd met mij werden gemeten. Ik geloof dat ik ze vooral uitdaagde om precies het tegenovergestelde te doen dan ik zelf zou doen. Eigenwijze, maar heel lieve zusjes.

Plaats een reactie