gezond

Curling parent

In een een tijdschrift over hoogbegaafdheid kwam ik het tegen: curling parents. Toen ik het las, herkende ik mezelf er meteen in. Eigenlijk al voordat ik las wat de schrijver van het artikel er precies mee bedoelde. Ik wist meteen dat deze metafoor heel treffend de manier van opvoeden die ik mezelf heb aangemeten, verbeeldt. Nu verzamel ik natuurlijk metaforen, dus deze voeg ik toe aan mijn assortiment zodat ik hiermee later heel wijs uit de hoek kan komen.

Dus ik herken mezelf in de curling parent. Ik zag het ook meteen helder voor me. Je rent met je kind mee en laat het heel voorzichtig los zodat het kind met gepaste snelheid, voorzichtig beweegt in de richting die je voor het kind hebt bedacht. Een veilige richting. Daarna glij je voor je kind uit om met je bezempje alle hobbels en oneffenheden van de baan te poetsen. Het kind zelf hoeft alleen maar stil te zitten en te glijden. Aanvankelijk kraait het van plezier, maar al snel wil het dit allemaal zelf doen. In een richting die minder saai is, en natuurlijk veel harder. En weg met dat betuttelende bezempje!

Persoonlijk vind ik loslaten ontzettend moeilijk. Ik probeer te voorkomen dat ze fouten maken. Door ze steeds te vertellen hoe ze iets moeten doen. Zoals ik denk dat goed is. En ik kijk steeds met ze mee of ze wel precies doen wat ik ze heb geleerd. En bij de geringste afwijking (eigenwijsheid) kom ik meteen met het bezempje in actie. Het is een verstikkende manier van opvoeden. En het gaat uit van wantrouwen. Eigenlijk zeg ik met dit gedrag dat ik geen vertrouwen in het kind heb dat het kan leren door te kijken hoe anderen de dingen doen, dat het zelf verbeteringen en oplossingen kan bedenken, en dat het kan leren van fouten.

Mijn bezempje ligt al in de kliko. Momenteel heb ik bovendien ook even geen toegang meer tot de curling-baan. Vanaf een afstandje zie ik ze helemaal zelf glijden. Zorgeloos en onbesuisd. Zonder mij hebben ze duidelijk veel meer lol. En het gaat fantastisch. Ze halen de gekste grollen uit. En er gaat niets mis! Er gebeuren geen ongelukken. Allemaal zonder mijn bemoeienis. Ik kan zelfs een hoop van ze leren. Wat zijn ze vindingrijk, moedig, grappig en verstandig! En ik herken iemand in hun onbesuisdheid. Mezelf, toen ik 34 jaar jonger was. Vroeger deed ik veel gekker. Of nee, misschien moet ik dat “normaler” noemen.

Mijn zoon zei gisteren nog tegen me: soms moet je gewoon even gek doen, papa. Hij heeft gelijk. Gek doen is oergezond. Om te voelen dat je leeft, moet je regelmatig even gek doen. Gek doen is heel normaal. Mijn opvoedstijl, de curling-stijl, is daarentegen dus niet normaal, omdat het gezonde gekke gedrag van het kind er sterk door wordt geremd. Ik zou me door mijn kinderen overigens ook niet laten curlen als ik straks oud en seniel ben. Vlieg op met je bezempje! Mijn laatste levensjaren wil knotsgek rond kunnen huppelen zonder betutteling.